Rustdag

Zondag werd ik ondanks mijn nachtelijke avonturen met de leuke Italiaan voor de wekker wakker en ging voor het ware Engeland-gevoel een uurtje in de rij staan voor treinkaartjes. Helaas waren nog heel wat meer mensen op zoek naar deze ervaring en ik wist niet precies hoe lang de reis naar de andere kant van de stad zou duren, dus ik ging zonder kaartjes weg.

Ik was van plan naar de mis te gaan in de Brompton Oratory, dat is een klooster-achtige woongemeenschap voor priesters. Ik verwachtte een bescheiden kloosterkapel. Het bleek een kerk met minstens 800 zitplaatsen, waarvan 2/3 vol (bij de 2e van 3 missen die dag: de “familiemis”, barstend van de kinderen). Ik had nog een half uurtje over dus kon ik mooi nog in het ernaast gelegen Victoria & Albert-museum over middeleeuwse manuscripten kwijlen (ze zaten achter glas, gelukkig). Het V&A heeft ook een design-afdeling, maar Japanse schoenmode leek me wat minder geschikt voor de zondag.

De hoogmis was waarschijnlijk liturgisch en muzikaal gezien de mooiste die ik ooit heb meegemaakt (voor de liefhebbers: Asperges me, Latijns ad orientem NO, drie lezingen, drie heren, communiebanken goed in gebruik, canon 1, credo 3, synchroongegenuflecteer, kwaliteitsgesmijt met biretta’s, proprium Gregoriaans). Het koor (profs) zong prachtige polyfonie en de preek was uitmuntend. Dat alles met een smaakvol minimum aan kant, maximum aan wierook, en gewoon geen gedoe.

Na de mis ontmoette ik Deborah die een paar banken achter me had gezeten (25 of zo, het is echt een aardig ruim kapelletje). We hadden de perfecte zondag: lunch bij een andere vestiging van Saf dan die van gister (deze zat in een bio-supermarkt, waar ik enigzins onzondags nog wat eten insloeg voor Ely en tegen mijn mede-Utrechtse Everarda aanliep die net had lopen contempleren dat deze winkel echt iets voor mij zou zijn, hoe gek zit de wereld soms in elkaar) waar we ons volledig vol-aten aan Japanse noedels en gevulde druivenbladen en veganistische tiramisu en kwarktaart. Vervolgens buikten we uit op de binnenplaats van het V&A met espresso en witte wijn, namen een jaar aan katholieke roddels door, deden aan tevreden stiltes en draadloos internet en kijken naar de in de fontein spelende kindjes, en genoten gewoon van het Sabbat-gevoel.

Helaas moest ik nog met ongeveer een maand aan vegasnacks, twee togen + superplies, negen schone onderbroeken, drie studieboeken en voor zeven diensten bladmuziek de halve stad door voor de trein naar Cambridge, anders was de middag vast ongemerkt overgegaan in de avond. Na een hoop mentaal gevloek mijnerzijds en wat verlangende blikken richting taxi’s werd ik resoluut met taswerk en al door twee heren van de National Express in de goede trein geparkeerd. Engeland is echt zo gek nog niet.

Ik overnachtte bij een vriend van een vriend die postdoct in Cambridge, en we praatten heerlijk tot veel te ver in de nacht over papers en begeleiders en het verband tussen denken en schrijven en plastische chirurgie zodat je weer achttien lijkt en nog een extra studie kan doen.

Al met al, zelfs met de drie-tassen-brandende-zon-episode tussendoor (en de ontdekking dat mijn telefoon sommige nummers niet wil bellen, zoals die van vriend-van-de-vriend) was het echt een heerlijke dag. In een omgeving waar je een kaart nodig hebt om de wc te vinden is het erg leuk om met oude vrienden zoals Deborah en Everarda te zijn. Verder ben ik in jeugdherberg-achtige omgevingen niet heel erg in m’n element, en al kan ik best de weg vragen en een brood kopen in het Engels, het is niet mijn taal. Maar in de Oratory praat men katholieks en in Cambridge academieks, en dat versta ik :)

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.