Hier en nu en nooit weer

“Ik kan zien dat het niet goed met je ging toen je thuiskwam,” sprak mijn fiscaal partner, “want je schoenen liggen onder de tafel en je sleutels op het aanrecht.” Of: hoe jaren van zijn zorgvuldige opvoeding in één middag teniet konden worden gedaan. Toen ging hij vegachocoladevla voor me halen.

Vandaag voerde ik een cognitief experiment uit: fietsen met buikpijn. Buikpijn van het soort dat ik niet meer meegemaakt had sinds ik in 1999 stopte met groeiremmers slikken. Krimpende, overdoses paracetamol negerende, hoe-kan-iemand-denken-dat-God-een-vrouw-zou-zijn buikpijn. Ik was op mijn werk, moest naar huis, en fietsen leek me de beste optie om dat te bereiken – onverstandig, maar met machtig interessante gevolgen.

Ik kan me stukjes van de route herinneren: bij de Singel dacht ik bijvoorbeeld na over de hoek van de opening van een vuilnisbak en of dat makkelijk of moeilijk zou zijn om in over te geven voor iemand van mijn lengte (waarschijnlijk moeilijk). De blaadjes op de grond waren nog steeds mooi, dag blaadjes. Een auto reed rakelings langs me, dag auto, ben je daar ineens, zat ik niet op een fietspad, o nee, ik ben NU pas op het fietspad, dag fietspad.

Ik sloeg af, constateerde dat ik mezelf zo op ramkoers met een voetganger positioneerde, nam zonder om te kijken een scherpe bocht naar links over 3 meter grassige berm waar mijn dunne wieltjes niet op zaten te wachten, en ging verder over genoemd fietspad, waar ik vrijwel direct werd ingehaald. Wat onwillekeurige mentale vectorcalculatie (dat ging dan weer prima) leidde tot de conclusie dat ik deze fietser zo goed als zeker zojuist bijna van zijn/haar sokken had gereden.

Goh, dacht ik, normaal heb ik het vaak door als ik iemand bijna van z’n sokken rijd. Nu ik er eens over nadenk, normaal lijkt de wereld… groter.

Nu houdt ‘ie op aan de zijkanten van mijn beeld en trouwens, mijn beeld lijkt nogal klein.

Op dat moment had ik door dat mijn hoofd, druk met het verwerken van de prikkels van onder mijn navel, de rest van mijn zintuigen en cognitieve vaardigheden een stuk minder resources had toebedeeld dan waar ze aan gewend waren.

Die realisatie veranderde helemaal niets. De wereld hield nog steeds op aan het eind van mijn blikveld. Ik had oogkleppen op, wist het, en kon ze alsnog niet afzetten.

Ik bedacht me dat het misschien niet een van mijn briljantere ideeën was geweest om op de fiets naar huis te gaan. Maar het kwam niet bij me op om alsnog te gaan lopen. Mijn gedachten waren

HUIS
IBUPROFEN
KRUIKJE
KRUIKJE
HUIS
VOETGANGER hallo voetganger oeps sorry dag
BOCHT
HUIS

Toen was ik thuis (en liet ik mijn sleutels op het aanrecht liggen, mijn jas op de bank, m’n schoenen onder de tafel, etcetera).

Wat ik nou zo machtig interessant vind aan deze episode: mijn hoofd was overgegaan naar een andere modus, en op een gegeven moment had ik dat door! Ik wist: ik mis hier iets. De wereld doet dingen die ‘ie normaal niet doet (ophouden), fietsers en auto’s doen dingen die ze normaal niet doen (zomaar verschijnen), en volgens mij ligt dat aan mij.

Ik had een kwartier nodig om daar achter te komen, en toen ik er achter was kon ik er eigenlijk niets mee (anders was ik wel afgestapt), maar ik had het wel door. Dat geeft de burger moed! Want zoals algemeen bekend barst het menschelijk brein (waar de mijne er eentje van is) van de denkfouten, en meestal zijn we ons daar totaal onbewust van. Ik heb nu gevoeld hoe het is als mijn hoofd in de modus minder-dan-normaal schiet en ik vraag me af of als ik goed oplet ik datzelfde gevoel kan krijgen wanneer ik in mijn normale toestand iets aan het missen ben. Bijvoorbeeld dat ik misschien niet gelijk heb (omdat ik alleen kijk naar dingen die mijn beeld bevestigen) of het bestaan van sloten vergeet als ze niet breed genoeg zijn om op te roeien (zo vergat ik totaal dat ik elke dag langs een sloot fiets en ‘ontdekte’ toen ik bij een kruispunt had afgesproken ineens dat daar een brug was). Om maar wat onhandige en minder onhandige denkfouten te noemen.

Dankzij een fijn staaltje chemie en biologie werkt mijn brein weer op normaal vermogen. Ik zou mezelf nog niet met een boormachine vertrouwen, maar ik heb wel een stukje code ingecheckt. En ik hoop dat mijn ervaring van fietsen met de mentale noodgenerator me verder gaat helpen met de dingen die mijn hoofd nu nog steeds weigert door te geven.

One thought on “Hier en nu en nooit weer”

  1. Jaren geleden, tijdens een wandelvakantie op IJsland, werden we overvallen door de heftigste regenbui die ik ooit heb meegemaakt. Terwijl ik bibberend mijn regenbroek over mijn verkleumde benen probeerde aan te trekken, zag ik diep in het dal een meer liggen. Daar zouden we straks dus langskomen.

    Toen het wat opklaarde, bleek het ‘meer’ een plas van een meter of drie doorsnee te zijn, die een eindje verderop lag.

    Tot op de dag van vandaag snap ik niet hoe mijn zintuigen me zo hadden kunnen misleiden.

    Dat van die brug bij het kruispunt wist ik echter wel; een paar jaar geleden werd hij opnieuw aangelegd, en toen moest je maandenlang omrijden.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.