Bedrijfsinformatiesystemen, hoofdstuk 2

Previously, on Bedrijfsinformatiesystemen: managers zijn de bom,  een computer helpt alleen als je hem gebruikt, en studeren gaat beter met warme alpro choco.

Kluwer gebruikt een sociaal netwerk om kennis te delen. Wees als Kluwer.

(20% van de werknemers gebruikt het niet)

(er zijn 21 ‘groepen’, en 19000 werknemers, dus blijkbaar zo’n 1000 werknemers per groep, gerekend met dat een deel in meerdere groepen zal zitten, hoe kun je in hemelsnaam effectief kennis delen met 1000 mensen tegelijk)

(dit is blijkbaar allebei geen probleem)

par 2.1 Bedrijfsprocessen en informatiesystemen

Informatiesystemen stellen bedrijven in staat om al hun informatie te beheren.

par 2.1.1 Bedrijfsprocessen

De processen van een bedrijf kunnen een bron van concurrentiekracht zijn als ze het bedrijf in staat stellen beter te innoveren of te presteren dan zijn rivalen.

En als processen dit in de weg staan kunnen ze een last zijn, staat hierna in mijn boek.

par 2.1.2 bedrijfsprocessen versterken door informatietechnologie

We hoeven niet meer met de hand facturen te schrijven want dat kan de computer tegenwoordig. En door IT kunnen we nu ook dingen die vroeger helemaal niet konden, zoals online ebooks verkopen. Als je een online ebook-verkoper bent mag je je dus in je handjes knijpen dat het internet bestaat, anders had je het een goed moeilijk gehad met USBsticks aan postduiven knopen etc.

par 2.2 Typen informatiesystemen

Deze paragraaf begint met “Nu je begrijpt hoe bedrijfsprocessen werken…” dus ik verwacht mijn bachelor bedrijfskunde binnen 5 werkdagen op de mat.

Elke organisatie doet verschillende dingen op verschillende niveaus en daarom zijn er verschillende informatiesystemen.

Informatiesystemen die niet met elkaar communiceren zullen gaan verdwijnen omdat ze slecht met elkaar communiceren.

par 2.2.1 Systemen voor verschillende managementgroepen

Tot vandaag dacht ik serieus dat TPS reports een grapje uit Office Space waren, net zoals Pieces of Flair. Maar ze bestaan dus echt. En deze paragraaf legt uit hoe ont-zet-tend belangrijk ze zijn.

Ik begin te denken dat Office Space een documentaire was. Dit boek opent je wereld.

TPS-systemen leveren informatie voor managers maar zijn geen managementinformatiesystemen want hun hoofddoel is niet informatie leveren voor managers. Managementinformatiesystemen korten we af tot MIS en verlengen we vervolgens tot MIS-systemen, managementinformatiesystemensystemen dus, zie ook HIV-virus en PINcode.

Managementinformatiesystemen ondersteunen het nemen van beslissingen, maar zijn geen decision support systems (DSS) want definities. Een DSS is voor niet-routinematige beslissingen.

Interactieve sessie: schiphol

“Een goede bagageafhandeling is een belangrijke factor voor een plezierige vlucht, volgens onderzoek door IATA CATS uit 2009.”

Vraag bij deze paragraaf: “hoeveel complexiteitslagen zie je in het bagageafhandelingsnetwerk op Schiphol?” Aangezien dit de eerste keer is dat het woord ‘complexiteitslaag’ in het boek voorkomt sla ik deze interactief over.

Terug naar par. 2.2.1

Ik was alweer vergeten dat bedrijven altijd drie managementlagen hebben (ik ben in verwarring door mijn bedrijf, met zonder managers). We hebben nu twee soorten managementsystemen gehad dus er moet er nog eentje bij. Dat is de ESS, Executive Support System, die zich onderscheidt van een DSS. Ze noemen hierbij een voorbeeld dat 1-op-1 overeenkomt met een van de schermen die wij in het gangpad hebben hangen. Ben ik een executive? Notitie voor verder onderzoek.

par 2.2.2 Ondernemingsbrede informatiesystemen

Hoe systemen zoals die uit par. 2.2.1 informatie kunnen uitwisselen is een Belangrijke Vraag.

interactieve sessie: management

“Is sociaal zakendoen een succes?”

Als MVO-nerd word ik voorzichtig enthousiast van deze titel.

Als je als grote organisatie verschillende oude systemen hebt die niet kunnen samenwerken kun je ook één groot systeem gebruiken.
Dat is extra handig, denk ik, omdat dan bv personeelszaken een voor hen goed werkend proces aan moet passen omdat inkoop een ander systeem nodig heeft en ze hun software delen. Houdt je flexibel.
terug naar par 2.2.2
Er zijn verschillende soorten bedrijfsbrede systemen. Eentje is ERP (Enterprise Resource Planner). Enterprise betekent groot bedrijf, Resources zijn alle spullen van een bedrijf en alle mensen die in de managementlagen onder jou zitten, en Planner betekent onder andere het registreren van alles wat er in het verleden gebeurd is.
Supply-chain-managementsystemen is de Nederlandse term voor logistiek. Dit is een interorganisationeel systeem en dat mag een vieze managementteam zijn, ik vind het wel een prachtig woord.
CRM-systemen beheren “alle bedrijfsprocessen die te maken hebben met klanten”, dus, alles?
Kennismanagementsystemen beheren kennis (oh) en er komt een heel hoofdstuk over. Daar kijk ik naar uit, ik ben in bijna alle parallelle universa bibliothecaris en het goed toegankelijk maken van kennis vind ik fascinerend.
Aan het eind krijgen we nog eens uitgelegd wat intranet en extranet is. Zal wel heel belangrijk zijn.
 Par 2.2.3 e-commerce, e-business en e-government
Ik verwacht een hippe paragraaf want alles begint met e-.
O het is een uitleg van driekwart pagina over wat de definities van e-commerce, e-business en e-government zijn.
Par 2.3 Collaboratie- en communicatiesystemen: ‘interactie’-banen in een mondiale economie
Par 2.3.1 Wat is samenwerking?
Twaalfhonderd woorden over wat samenwerking is, uitgelegd voor de mensen die de term nog nooit hebben gehoord. “Je kunt samenwerken met één persoon of met een grote groep mensen.”
Voor dit vak werk ik bijvoorbeeld samen met de engelachtige Aisha, die me waarschuwt voor de meer ellendige paragrafen zodat ik de alpro choco klaar kan zetten.
 Par 2.3.2 Wat is sociaal ondernemen?
DEZE WEET IK
DAT JE REKENING HOUDT MET MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORDE THEMA’S
Sociaal ondernemen is het gebruik van social media in je bedrijfsprocessen.
O.
Par 2.3.3 Voordelen van samenwerken en sociaal ondernemen
Dat samenwerken voordelig is weten we niet zeker maar iedereen denkt van wel en er zijn wat onderzoeken die het ofwel heel vaag ofwel ongeloofwaardig specifiek suggereren.
Par 2.3.4 Het ontwikkelen van een cultuur van samenwerking en colloboratieve bedrijfsprocessen
Als samenwerken niet in de cultuur en de bedrijfsprocessen zit ontstaat het meestal ook niet spontaan. Bij bedrijven waar wel wordt samengewerkt is de cultuur ‘socialer’.
Par 2.3.5 Tools en technologieën voor samenwerken en sociaal ondernemen
 Er wordt uitgelegd wat e-mail en instant messaging zijn.
Google Drive is een voorbeeld van een cyberlocker in de cloud.
 Deze subparagraaf is vijf pagina’s lang.
 Par 2.4 De IT-afdeling
Voor het managen van de technologie is een speciale informatiesysteemfunctie nodig.
Par 2.4.1 deze subparagraaf heet ook De IT-afdeling
Er volgt nu één paragraaf over wie er bij een IT-afdeling werken en zes over de soorten hoger management daarboven. Het spijt me als deze samenvatting ongeloofwaardig begint te worden.
 Par 2.4.2 IT-governance
Kleine bedrijven hebben weinig ITers en grote veel.
De term ‘IT-governance’ wordt steeds vaker vervangen door ‘Enterprise Governance of IT’, om duidelijker te maken dat de onderneming geschikte governanceprocessen moet implementeren om uit de IT-investeringen maximale bedrijfswinst te halen.
Ok veel duidelijker idd
Interactieve sessie: klm

Bij KLM gebruiken ze dit plaatje om uit te leggen dat er een verschil is tussen applicaties ontwikkelen en applicaties in beheer hebben. Je kunt wel van de een naar de ander.

Verder hebben ze besloten heel generieke software extern in te kopen en heel specifieke software in eigen beheer te ontwikkelen, wat me een verstandige keuze lijkt.

Ik moet zo op mijn innovation-continuity bicycle naar Viking voor de ergometertraining, maar hoofdstuk 2 is af!

hoofdstuk 1
hoofdstuk 2
hoofdstuk 3 deel 1
hoofdstuk 3 deel 2
hoofdstuk 4
hoofdstuk 5
hoofdstuk 8
hoofdstuk 9
hoofdstuk 10

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.