I feel it in my fingers, I feel it in my toes

Vorig jaar kwam ik erachter dat niet iedereen geluiden voelt.

Dat was jaren na mijn minor filosofie van de natuurkunde. Toen heb ik urenlang met studiegenoten en docenten bediscussieerd of wij dezelfde kleur zien als we naar hetzelfde ding kijken (niet vast te stellen: als je in mijn brein naar mijn waarneming van groen zou kijken zou jij het misschien roze noemen, omdat jouw neuronen bij de kleur roze in hetzelfde patroon vuren als de mijne bij groen, en we hebben bij dat patroon een woord geleerd, niet bij de kleur zelf, ik heb hierdoor ook de theorie dat iedereen dezelfde lievelingskleur heeft. Maar ik dwaal af) en of je kunt zeggen dat je iets waargenomen hebt als je alleen naar een door de computer verwerkte meting hebt gezien (uiteindelijk kwamen we op “soort van ja” omdat je anders een slippery slope-argument kan maken die zegt dat je niet door een bril kan kijken, en een Anna zonder bril moet de wereld niet willen).

Ik heb me gewenteld in de vraag wat waarneming is en hoe je daar kennis uit kunt halen zonder dat het bij me opkwam dat er met mijn waarneming iets vreemds aan de hand is. HOE DAN. Tja, ten eerste is het gewoon mijn realiteit. Ik vraag me (okee, tot nu toe) niet af waarom het grijze kussen op de bank er anders uitziet dan het witte en ik ga niet bij de huisgenoot checken of dat voor hem ook zo is. Daarom vraag ik hem ook niet of de stem van mijn moeder op z’n schouder of in zijn elleboog zit. Ten tweede zijn er allemaal uitdrukkingen zoals “een dreunende knal” en “dat geluid gaat door merg en been”, en had ik dan magisch moeten bedenken dat dat alleen voor de categorie “nagels + schoolbord” geldt en niet voor geslurp, waardoor ik als ik met mensen eet geregeld mijn trommelvliezen uit mijn oren wil klauwen van de jeuk en de pijn?

Twintig procent van de autisten heeft een vorm van synesthesie, waarbij je smaken hoort, kleuren ruikt, of zoals ik geluiden voelt. (De bekendste vorm is dat woorden een kleur hebben, maar welke zintuigen daar in elkaar overlopen snap ik niet goed.) Synesthesie schijnt samen te hangen met dat autisten tijdens hun ontwikkeling hun neuronen minder rigide wegsnijden als deze niet gebruikt worden dan dat neurotypische mensen doen. Daardoor heb ik niet alleen de snelweg waardoor de stem van de huisgenoot van mijn oren naar mijn taalverwerking etc gaat, maar ook nog een paar bospaadjes naar halverwege de achterkant van mijn bovenarm, waar ik het voel.

Ik had een keer een lang gesprek over waarneming met een andere autist. Zij vertelde dat alles voor haar los is, en het haar de grootste moeite kost om de dingen perceptueel bij elkaar te houden. Het kussen en de bank bevinden zich op min of meer dezelfde plek, maar dat het kussen bij de bank hoort is geen vanzelfsprekendheid. Ik heb het omgekeerde: voor mij zijn grenzen vaak wazig, een bed met alleen maar witte lakens vind ik een beetje eng omdat ik dan het gevoel krijg kopje onder te gaan. Ik ben helemaal leip van alles wat in setjes komt en word van weinig zo gelukkig als mijn stabilo-pennen op volgorde zetten in hun cassette. Duidelijkheid! (Als je me écht het summum van geluk wilt geven, laat me dan alleen achter op de afdeling campingservies na een drukke zaterdag.)

Ik zat na te denken over dit contrast. Het kan haast niet anders of onder de motorkap speelt een vergelijkbaar probleem, wat we radicaal anders ervaren. Mijn synesthesie is niet scherp afgebakend: ik voel druk in mijn arm, kramp in mijn kaak, jeuk in mijn schouders, en die keren dat het is alsof iemand een tentharing mijn gehoorgang in ramt straalt het over mijn hele zij uit en kan ik alsnog niet zeggen waar het begint en eindigt. Zou dat me hebben afgericht dat de buitenwereld waar die geluiden uit komen ook zachte grenzen heeft waar alles in elkaar overloopt? Of zie ik ook alles gefragmenteerd maar heb ik dat niet door omdat mijn hersenen na jarenlange training actief die orde opleggen voor ik het merk?

Geen idee. Er zal vast meer spelen. Maar je zintuiglijke ervaring bepaalt je wereldbeeld, dus het lijkt me zeker niet raar om te denken dat het een rol speelt. Ik zou die kennis moeten vragen hoe het voor haar werkt, misschien heeft ze haar extra neuron-paadjes noodgedwongen zo onder de duim dat het lastig wordt om te koppelen dat dat klopgeluid hoort bij die vuist die je tegen een tafel ziet bewegen.

Kunnen we hierachter komen? Moet ik weer filosofie gaan studeren? Of stoppen met programmeren en solliciteren bij de Vrijbuiter? Zal ik ooit nog mensen waarvan ik weet dat ze slurpen iets te drinken aanbieden? De tijd zal het leren. En dank aan alle al dan niet bestaande hogere machten voor de uitvinding van de noise cancelling koptelefoon.

2 thoughts on “I feel it in my fingers, I feel it in my toes”

  1. Ik heb dat met sommige stemmen (vooral als ik moe ben, dan werken mijn filters niet goed). Zo’n stem snijdt dan echt door mijn hoofd, doet fysiek pijn. Soms ligt het aan een toonhoogte, soms aan een bepaalde schorrigheid (dan wil ik schreeuwen: schraap je keel!! al weet ik dat dat niet helpt – vervolgens ga ik zélf mijn keel schrapen, alsof dat helpt).
    Moe in de bus zitten en dat dan iemand met zo’n stem op volume 378 een foongesprek voert (‘Meisje, als je zo’n volume hebt, is die foon nergens voor nodig, ze horen je zo ook wel.’) – en dan met alle spieren aangespannen zitten om diegene niet aan te vliegen. Tof als je al zo moe bent en geen energie hebt.

  2. Herkenbaar, ik heb een (heel lieve) collega met een kraakje in z’n stem, en dat is echt moeilijk! En kan een dierbare van me met zo’n volume z’n neus ophalen dat ik een halve meter de lucht in spring…

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.