Ely: woensdag

Ten eerste moet ik even een correctie plaatsen: Alice, een van de alten aan “mijn” kant van het koor en in het gelukkige bezit van een stuk meer RSCM-kennis dan ikzelf, merkte op dat de Zuid-Afrikaanse, Canadese, Australische en baptisten-leden van de RSCM waarschijnlijk erg verdrietig zouden worden van mijn beschrijving van gister. En misschien nog wel meer ook. Sorry! Dat krijg je ervan als je alleen het Britse ledenblad leest (ik wist niet eens dat er niet-Britse versies waren).

Waarschijnlijk was het chloor van het zwembad van gister Natasha en mijzelve naar het hoofd gestegen want we hadden besloten vandaag te gaan hardlopen. Ook al hadden we tot midden in de nacht liggen kletsen. En lagen mijn hardloopschoenen in de kathedraal. Op blote voeten rondjes door het park dus (waarin heuvels, want het is hier niet-Nederland). Het was heerlijk, zonnig en nog niet warm.

Dat werd het later wel, vooral in onze repetitieruimte – die aan de zuidkant van de kathedraal ligt. Ik bracht de helft van onze tweede repetitie van vandaag dan ook door in innige omhelzing met een heerlijk koele 11e-eeuwse stenen pilaar.

We repeteren niet alleen voor de dienst zelf, maar ook voor andere ECS-activiteiten (zo vaak zijn we immers niet bij elkaar), en zingen ook wel eens gewoon wat door om te zien of het leuk is. Vandaag waren dat de “Second Service” van Gibbons, een motetje van Jackson en wat frutsels die misschien van pas kunnen komen als tussendoortje in een dienst of zo. Ook nuttig als direct-van-blad-zing oefening.

Naast deze leuke extra’s moeten we ook vooruitwerken voor vrijdag, zaterdag en zondag (morgen hebben we vrij). Na de Evensong van zaterdag hebben we alleen nog twee korte “hoe prop ik dit stuk in de akoestiek”-repetities voor de diensten van zondag, dus daarvoor moeten we al zorgen dat alles verder goed zit. Best pittig, en je merkt ook dat we aan de rustdag van morgen toe zijn.

In het programma van vandaag zit maar één psalm. Die is echter in z’n eentje meer dan twee keer zo lang als de drie psalmen van gisteren bij elkaar. We zongen ‘m dan ook op vijf verschillende melodieen. Het is leuk dat onze dirigent hier een heel andere psalmzing-filosofie heeft dan die in onze “thuis”kerk – in Amsterdam hebben we een meer meditatieve instelling, hier doen we veel aan expressie en variatie. Fijn om de kans te krijgen om het allebei af en toe te doen.

Overigens ben ik van mening dat Wilders met z’n joods-christelijke achtergrond psalm 18 ook maar eens goed door mag nemen. (De link gaat naar de tekst die wij zingen).

Na Evensong namen we afscheid van de “halve week”-ers, waaronder onze organist. Vrijdag komt er een ander en worden we ook versterkt met een extra alt. Maar daar hoort u nog over (SPANNING). Dat was natuurlijk een kodak-moment. Vervolgens ging ongeveer de helft van het koor aan de curry (ik was zeer content in het vega-hoekje) en kwamen we uiteindelijk met z’n vijven tot stilstand met thee in de tuin van onze logeerplek.

Die logeerplek is overigens het retraitehuis van het bisdom Ely, en is, voor wie daar ervaring mee heeft, in zeer weinig te onderscheiden van het gastenhuis van een klooster. Het heeft de jaren-60-meubels, slechte leidingen, kamers die naar heiligen vernoemd zijn, roomkleurig behang, bruin tapijt en een bibliotheek-kamertje met leunstoel met tapijtkussens en een breed spectrum religieus georienteerde boeken (de oudste die ik tot nu toe gevonden heb was een druk uit 1913). Het heeft echter ook (opvallend veel) spiegels en veel te weinig heiligen aan de muur om bij een (katholiek) klooster te kunnen horen.

Morgen is onze rustdag, waarop ik hard aan de studie ga: zowel muziek (u hoort nog waarom) als academisch, want dat houdt niet op alleen maar omdat ik acht uur per dag door een kathedraal huppel :)

Wednesday 3 August:
Office Hymn 210
Preces: Michael Walsh
Psalm 18
Canticles: St. Andrew’s Service – Peter Aston
Anthem: Hail gladdening light – Charles Wood

Ely: dinsdag

Ely is een stad (officieel) met 15102 inwoners en ligt tussen Little Downham, Witchford en Prickwillow (u weet wel, Little Downham, wereldberoemd vanwege zijn afwateringssysteem). Het is een typisch Engels stadje: rijen gepleisterde huisjes, muurtjes in plaats van hekken rond de tuinen, advertenties voor escorts in de telefooncellen, keurige grasveldjes, etc.

Je kunt in ongeveer een half uur van de ene buitengrens van Ely naar de andere lopen (in tien uur kan ook maar dat gaat denk ik vervelen). Voornaamste trekpleister is de kathedraal, een werkelijk prachtig vroeg-middeleeuws gebouw. Foto’s zullen ongetwijfeld volgen. De kathedraal heeft natuurlijk ook een winkel en ik ben nu de trotse eigenares van een paarse Ely Cathedral knijpkat, die geweldig samengaat met mijn Liverpool Cathedral paars-met-glitter puntenslijper. Hoe ik zonder ooit een gelukkig leven heb kunnen leiden is me een raadsel.

Dinsdag begon redelijk vroeg, toen mijn kamer-, koor- en triathlon-genote Natasha naar haar wekker greep en we (okee, na een paar keer snoozen) ons naar het locale zwembad begaven. Het was aan compleet de andere kant van de stad, dus we konden leuk rondkijken tijdens het kwartiertje lopen. Het zwembad paste qua formaat en diepte prima bij de stad: het was vier banen breed en tussen de 90 en 180 cm diep. En je moest natuurlijk met de klok mee baantjes zwemmen want het is Engeland.

Vervolgens begon om kwart voor tien de eerste repetitie van de dag en rolden we weer in het schema van zingen, thee, zingen, lunch, zingen, koffie, zingen, thee, Evensong. Het repeteren doen we in de Song School, dat wil zeggen drie kamertjes aan de zijkant van de kathedraal, met in eentje een set vijfpersoons lessenaars rondom een vleugel. Het is er bedompt warm en elfde-eeuws en gaat als de week vordert steeds meer naar niet-verse toog en koorschoenen ruiken. Wat wil een mens nog meer.

Evensong ging vandaag significant beter dan gisteren (op de per ongeluk iets-meer-dan-vierstemmige tweede psalm na). Je kon merken dat we meer aan elkaar gewend waren en iedereen ook weer beter in z’n stem zit. Waarschijnlijk gaat de opwaartse lijn door tot vrijdag en begint dan de vermoeidheid toe te slaan.

Voor mij persoonlijk was het ook een fijne dienst: ik kende de stukken al goed en de psalmen waren een stuk korter dan gisteren. Omdat mijn gezichtsvermogen te wensen overlaat leer ik normaal de psalm uit m’n hoofd, maar hier doen we er drie per dag in plaats van een per twee weken, dus dat is niet echt een praktische optie. Gelukkig kon ik bijkomen met een van mijn meer favoriete canticles en een leuk stukje Brahms (met lekker driedubbelvette dynamiek, wilt u uw zakdoek bij de hand houden).

Tuesday 2 August:
Office Hymn 209
Preces: Michael Walsh
Psalms 12, 13, 14 (omitting vv 5-8)
Canticles: Sumsion in A
Anthem: Geistliches Lied – Johannes Brahms

Wat is een registrant?

Ik schrijf hier even een blogje over zodat ik ernaar kan linken :)

Het is zomer, en dat betekent orgelconcertseizoen! (Orgelconcerten zijn in de zomer omdat je in de winter door de grotere temperatuurswisselingen ontzettend vaak moet stemmen (dat duurt uren) en, niet onbelangrijk, het publiek de kerk uit vernikkelt.) Orgelseizoen betekent ook dat ik ineens weer iets anders kan eten dan macaroni met ketchup of rijst met zelfgekookte bruine bonen, want dan klauter ik één tot drie keer per week naar een orgel om te registreren. En daar krijg ik geld voor (soms veel).

Wat doe je dan daarboven, wil men weten? Blaadjes omslaan?

Ja, en “aan de knoppen trekken”. Het geval wil namelijk dat je bij een orgel niet harder en/of zachter kan door harder en/of zachter op de toetsen te rammelen, zoals bij een piano. In plaats daarvan heb je series pijpen (ik heb alle grappen al honderd keer gehoord, maar ga als je het niet kunt laten gerust je gang) die “registers” worden genoemd. Elk register heeft voor elke toets op het klavier een pijpje. Die registers kun je in- en uitschakelen om de klank van het orgel aan te passen, en op momenten dat de muziek dat wil terwijl de organist twee handen aan het klavier heeft doet de registrant dat.

Dit is de speeltafel van mijn favoriete orgel:

Hieronder zitten nog de pedalen waar de organist met z’n voeten op speelt. Die rijen knoppen links en rechts van de klavieren zijn de registerknoppen: elk register een knop, uitgetrokken betekent dat ‘ie aan staat. (De kleine witte knopjes zijn voor als je HEUL snel dingen moet veranderen: die kan je uittrekken zonder dat je iets hoort, en dan alle uitgetrokken knopjes met een extra pedaal tegelijkertijd inschakelen.)

Er is nog veel meer te vertellen, maar dat zal ik bewaren voor een andere keer :) Als je ooit lego of meccano of zoiets leuk vond: grote kans dat je orgels ook leuk vindt.

In ieder geval, wat ik dus moet doen is op het goede moment knopjes indrukken en/of uittrekken. Ik weet wanneer doordat de organist dat erbij schrijft in de muziek (bijna ieder orgel is uniek, dus de componist doet een suggestie en de organist past dat aan voor het orgel waar hij op speelt). En ik krijg er (soms) een smak geld voor omdat a) het schijnbaar lastiger is dan het lijkt (ik doe het sinds m’n elfde, het went) en b) een registrant een uitvoering zeer grondig kan verpesten als ‘ie niet weet wat ‘ie doet (stel dat in een orkest ineens de trompetten de vioolpartij gaan spelen – zo zou het kunnen klinken als ik de verkeerde knop pak) dus zijn we waardevol :)

Nu ja. Dit is dus wat ik doe, ‘s zomers. Stuk leuker dan druiven plukken denk ik, al word je er wel minder bruin van.

Some hints for aspiring choir librarians (and choir members)

  1. If you provide 22 copies of music for 17 choir members, you will be three copies short.
  2. Publishers will be slow, the copier will break down, and the conductor will forget to tell you about a programme change.
  3. Realise that you live on a different plane of existence from the other choir members. They are actually only able to see you if there is something wrong with their music.
  4. If they are allowed to take the music home, several choir members will accidentally leave their copies “on the piano”. Some appear to own six or more pianos.
  5. There is no good way to file Christmas carols.
  6. As soon as you have finished putting everything away, and not a moment earlier, a complete set of the service music will appear on the windowsill in the choir room.
  7. Upon entering the church, choir members lose the ability to put numbered sheets in the correct order (this appears to be related to their loss of the ability to count, a sad fact mostly appreciated by conductors).
  8. Large amounts of sheet music warp space and time in such a manner that filing something in a certain place does not actually guarantee one will find it there later. Where “later” is any amount of time larger than thirty seconds.
  9. If there are multiple possible ways of filing a piece, all roughly equally logical, it will be filed according to the rule/name you are not thinking of.

There is actually no such thing as hell. It just happens that heaven has a lot of low-ceilinged, cobwebbed little attics and crypts in which reside the Choir Celestial’s libraries, cared for by the heavenly guild of choir librarians. There is much wailing and gnashing of teeth, and also papercuts. Be good to your librarian or you might end up as one. For eternity.

Laatste stukje Chester

Alten maken de leukste foto’s (feit).

Cornelia heeft foto’s van o.a. de vakwerkhuisjes, symbolisch herkenbaar dinges,  een van de horde artistiekerige neushoorns, de romeinse muur waarop we van appartement naar kathedraal liepen, het koor (kerkje-in-de-kerk waar we staan bij de meeste diensten), houtsnijwerk in de koorbanken, en de pedaalregisters van het orgel, waar je na de dienst het getril al op meters voelt.

En zo :)