Bijzonder, onderwijs.

sitestatHuiswerkbegeleiding is booming, zo vertelt ook dit filmpje van Een Vandaag. Daarbij interviewen ze mijn baas. Leuk!

Ik ben het ook erg eens met de heer Ritzen: dit zou beschikbaar moeten zijn voor alle leerlingen, ook de minder draagkrachtigen. Of we moeten naar een schoolsysteem waar iedereen mee kan, dat is natuurlijk ook een optie. Gek genoeg herinner ik me Ritzen vooral van een club studenten in ondergoed die bij Paul de Leeuw kwamen vertellen dat ze door de minister werden uitgekleed. Maar met de bezuinigingen op middelbaar onderwijs heeft hij vast niets van doen.

Huiswerkbegeleiding geven is de leukste bijbaan die ik tot nu toe heb gehad (in een vorige mocht ik expres dingen laten ontploffen, dus de lat lag hoog). Je ziet resultaat bij bijna elke scholier die binnenkomt. ADHD en asperger? Geen probleem, zit gewoon bij de rest van de leerlingen.

Waarom dat lukt, zelfs met mensen die weliswaar getraind zijn maar niet een meerjarige onderwijsopleiding hebben gehad, is heel makkelijk. Studies wijzen het keer op keer uit. Wanneer, mensheid, wanneer gaan we die klassen nou kleiner maken?

De vrije liberale samenleving en de wetenschap

Jan Staman schrijft vandaag in Trouw een opinieartikel onder de titel “Wetenschap bedreigt de vrije liberale samenleving”. (Dat is natuurlijk een beetje een rare kop, want het is een stuk makkelijker om vrij en liberaal te zijn als je penicilline en genoeg boterhammen hebt, beide met dank aan de wetenschap. Maar enfin, je kunt best iets helpen opbouwen en het vervolgens bedreigen.)

De wetenschap in kwestie betreft hier niet mijn geliefde natuurkunde met zijn atoombommen etc., maar de neurowetenschap en de evolutie van de technologie waardoor het verzamelen en analyseren van alle mogelijke data een eitje is geworden (van gmail tot het elektronisch kinddossier).

Alles goed en wel, zegt Staman, maar het wordt met al die kennis wel erg verleidelijk om aan de boel te gaan sleutelen. En dan nog niet eens door onszelf (deze optie laat hij waarschijnlijk weg omdat borstvergrotingen reuze liberaal zijn), maar vooral door een technocratische overheid en hersenscannende werkgevers.

Ik ben het niet met hem eens, maar ik vind het erg mooi dat Staman een overeenkomst trekt tussen de databerg en neurowetenschappen. Voor dat laatste zijn mensen namelijk onterecht bang, en voor het eerste onterecht niet.

Een werkgever mag mij niet vragen of ik van plan ben kinderen te krijgen, al kom ik tonrond aanwaggelen en leg ik een plastic matje over de sollicitantenstoel voor het geval de vliezen breken. Ze zullen me dan ook niet zo snel in een hersenscan kunnen leggen. Lang leve de overheid die dit verboden heeft (al heb ik mijn brein als proefpersoon een keer laten scannen en het zag er allemaal prachtig uit, natuurlijk).

Wat mijn toekomstig werkgever WEL kan is een bureautje inhuren om al mijn digitale sporen na te gaan. En gezien het IT-beleid van de overheid zo lek is als een mandje twijfel ik er niet aan dat vroeg of laat al onze gegevens gewoon op straat komen te liggen.

Daarnaast is er nog lang niet genoeg nagedacht over ongerichte, brede datamining. Wanneer ben je waarvan verdacht, en welke restricties worden je vervolgens opgelegd? (Mag je nog Amerika in, een bankrekening openen, Nederlander worden, natuurkunde studeren…) Hoeveel mag je een burger beperken zonder tussenkomst van een rechter, en soms alleen door algoritmes?

Ik denk niet dat we de wetenschap nodig hebben om onze vrije liberale samenleving onder druk te zetten. Dat kunnen we prima zelf.

Apart onderwijs voor jongens en meisjes

Van nu.nl: ‘Geef jongens en meisjes apart les’, en de reactie ‘Aparte jongens-meisjeslessen voorstelbaar’.

Ten eerste: natuurlijk is het voorstelbaar, ik heb dit zelf meegemaakt op mijn knetterseculiere middelbare school. Daar werden we voor de wiskundelessen uit elkaar gehaald. In de onderbouw dan, in de bovenbouw waren er zo weinig die wiskunde kozen (kleine VWO-afdeling) dat het niet zoveel zin had. Ik weet niet hoeveel het in didactisch opzicht uitmaakte, wel dat het gewoon leuk was soms met alleen meisjes les te hebben.

Iedere docent, en dat ben ik een blauwe maandag geweest, weet dat elke leerling anders is. Maar ook dat er echt een verschil tussen jongens en meisjes is. Dat is voor een deel neurologisch en voor een nog veel groter deel (volgens mij) sociaal. Wat dat betreft is het niet nadelig dat sociale element af en toe wat rust te geven door de dames en heren uit elkaar te halen.

Maar, en dit is een grote maar, in de reactie zegt de ministeriedame `Dat betekent dus dat een meisje ook toegang moet kunnen krijgen tot het programma ingericht op technische/jongensaanpak en vice versa.’ Daar heeft de meneer in het eerste artikel het niet over, die heeft het over wiskundeles en taallessen.

Het is nog steeds het geval dat techniek en beta als mannending worden gezien. Nu blijkt dat meisjes het op betagebied veel beter doen als ze op een meisjesschool zitten – maar dat is iets heel anders dan aparte jongens- en meisjeslessen op een reguliere school. Op een aparte meisjesschool heb je een aanpak gericht op het vrouwelijk genius plus geen jongens om dingen te doen die daardoor “jongensdingen” lijken.

Door “techniek” en “jongenslessen” in één adem te noemen garandeer je dat meisjes wel twee keer nadenken voor ze iets kiezen dat “niet voor hen is”. (Op de paar uitzonderingen na die het juist als uitdaging zien, waaronder ondergetekende, maar geloof me, u wilt niet dat uw dochters doen wat ik deed op de middelbare school.)

Ik ben sterk voor het opsplitsen in jongens- en meisjeslessen. Maar doe het goed. Geef ze precies dezelfde proefwerken, moedig de meisjes aan om beta te kiezen, moedig de jongens aan om leuke boeken te lezen, en zorg voor mannelijke docenten Nederlands en vrouwelijke docenten Wiskunde.

O en vergeet gaarne niet dat we prima onderwijs hebben in Nederland.

Perspectief

Vroeger ging ik regelmatig met vrienden op pad om gesubsidieerd dingen op te blazen (voor de wetenschap!!!!). Daar maakten we dan foto’s en filmpjes van, want dat is leuk.

Het is doorgaans duidelijk aan de foto’s te zien wanneer de camera naar mij ging en wanneer weer naar iemand anders, want als ik staande een foto van andere mensen wil maken moet ik naar beneden mikken. Ik ben 15 centimeter langer dan de gemiddelde man van mijn generatie en opleidingsniveau.

Voor het grootste deel van de mensen die ik tegenkom ben ik de langste vrouw die ze ooit in hun hele leven zullen zien en dat vind ik de normaalste zaak van de wereld. Ik ben ook de langste vrouw die ik zelf ooit heb gezien.

En ik zie de wereld dus anders, al is het maar een grotere waardering voor goede anti-roosshampoo en een neiging tot efficiënt gebruik van de ruimte bovenop mijn keukenkastjes. Waar komt dat vandaan? Omdat ik gewend ben dingen zo te zien.

Om even precies te zijn: dus NIET omdat ik lang ben. Ik zie het zo doordat ik lang ben, maar iemand van 1.85 die permanent op rolschaatsen door het leven gaat zou hetzelfde hebben (plus nog wel wat andere bijzonderheden denk ik). Het is puur en alleen de gewenning waardoor het effect optreedt, en de oorzaak van die gewenning is niet per se relevant.

Dit effect is van enorme invloed op alles wat mensen doen. Ook in de wetenschap, want als je gewend bent dat er [x ± weinig] uit een experiment komt en je ziet opeens [x + veel], denk je “wat gek, dat hoort niet” en gaat zoeken wat er mis is – ook al is er niks mis en is het valide data. Een “objectief experiment” bestaat. helemaal. niet.

Er is wel een arsenaal aan trucjes om er onderuit te komen (eerst heel veel meten en dan de data bij elkaar harken bijvoorbeeld). Maar het blijft mensenwerk, en het gedeelte van wetenschap dat patroonherkenning is blijft enorm vatbaar voor ons individuele en collectieve idee van “normaal”. Vandaar ook dat er zo zelden iets ECHT raars gebeurt. Of lijkt te gebeuren.

En hetzelfde effect is ook verantwoordelijk voor ongeveer 99% van de miscommunicaties op welk gebied dan ook. Dus wen niet te snel aan dingen, ga af en toe eens op een krukje staan, en als je voor later op de dag nog iets extreem gaafs gepland hebt staan wat je weer op gaat vrolijken, probeer dan eens te bedenken hoe de islam er uitziet voor een SGPer en de oppositiebankjes voor een VVDer, dan lijkt de vaderlandsche politiek ineens weer een stuk samenhangender. Alleen niet leuker. Maar je kunt niet alles hebben.