De wolletjeswinnaars

Heel veel dank aan alle donateurs! We hebben samen meer dan 400 euro opgehaald. Het precieze bedrag weet ik niet omdat veel mensen hun bedrag niet hebben gedeeld, wat natuurlijk helemaal prima is.

De winnaar van de huissokken is Hanneke. Dankjewel voor je gulle bijdrage! Als Hanneke Twitter had overgenomen had de wereld er heel anders uitgezien kan ik je vertellen (en niet alleen omdat ze doneert aan AzG). Je mag kiezen tussen roze en blauwe stipjessokken in een maat naar keuze.

De winnaar van het Object in Overleg is door een onafhankelijke notaris een random generator (waarvan ik geen idee heb hoe random hij is) vastgesteld:

Schermafbeelding van een random nummer-generator die een getal kiest tussen de 0 en 32: 20

De 20e mail als ik in mijn inbox kijk is van Leonieke.

Sorry voor iedereen wiens naam niet eindigt op -eke. En nogmaals super bedankt aan iedereen die gedoneerd heeft! Virtuele warme sokken voor jullie allemaal!

Verantwoording afleggen

In januari schreef ik over mijn garen-gerelateerde doelen. Mijn belangrijkste garen-gerelateerde doel was geen garen kopen. Lezer, ik heb óntzettend veel garen niet gekocht. Deze week nog, toen mijn favoriete winkel een prachtige aanbieding had. En laatst vond ik ook nog het perfecte garen voor een prijzig patroon dat ik al een tijdje in mijn digitale bibliotheek heb zitten. Het is zo mooi. Maar het mag niet.

Een duur patroon niet breien is ook zonde, toch?

Toch?

Ik heb het zwaar. En ik heb ook garen wél gekocht: twee pakketjes voor elk een paar sokken. Maar nu ga ik me weer concentreren op mijn doelen.

DOEL 1: dingen afmaken

Dit doel gaat best goed: ik heb het linnen shirtje opgepakt en die gaat veel sneller dan ik dacht.

Om de een of andere reden ben ik geïntimideerd door de half afgemaakte trui die ik heb liggen. Geen idee waarom, toen ik ermee bezig was was het geen probleem. Die ga ik na dit shirtje dus maar doen, anders komt het er nooit van.

Een roze breiwerk met kant ligt op een beige bank, naast een tas met papegaaiduikers erop en een bol lichtgrijze wol
Sneak preview van de wol voor de trui van mijn moeder. We zullen haar een blij hoedje op moeten zetten als ze hier is zodat ze niet verdwijnt tegen de bank.

DOEL 2: lekker meters maken

Gaat ook best ok! De trui voor de huisgenoot is AF, al wil hij graag dat ik de mouwen voor de derde keer nog langer maak. Die jongen is echt te groot. (Ja, ik ben langer, maar dat komt door mijn benen, dat telt niet.)

De sjaal van de “brei iets voor jezelf dat niet grijs of blauw is”-uitdaging ligt nog diep weggestopt, maar ik heb wél een omslagdoek voor mezelf gebreid die, euh, grijs met blauw is. Ik ben er super blij mee en op wat restjes (waar ik babyschoentjes van ga maken) na heeft het 300 gram wol opgeruimd.

Spiegel-selfie van Anna met onder andere een grijs-blauw gestreepte omslagdoek om
De draadjes die hier nog los hangen zijn ondertussen afgehecht en die zak tjips die ik vast heb is ook op.

De trui voor de mamma is geproeflapjed en aangezien ik het begin van een mouw gebruik als proeflapje is deze officieel van start. Het is een snel patroon, dus in juni of juli kan ze heerlijk een dikke Zweedse trui aan.

DOEL 3: wol opmaken

Dit gaat, vind ik, ook best goed. Ik heb me niet aan al m’n plannen gehouden, maar wel alle nieuwe plannen uitgevoerd met wol die ik al had. Bovengenoemde omslagdoek is daar één van. Ik zit op 3,75 paar sokken, wat onder de planning is, maar 3 van de 4 paar zijn volledig in patroon en kosten dus meer tijd om te maken. Ik heb voor het eerst als tester aan een patroon meegewerkt, en dat was ook met wol die ik al had. Mijn moeder heeft nu handwarmers van de wol die over was van de trui van de huisgenoot. Haar trui is dezelfde wol in een andere kleur, dus dat staat meteen leuk bij elkaar.

Dit is ook het lastigste doel om vast te houden: ik vind het leuk om brei-podcasts te kijken, en dan krijg je natuurlijk steeds weer nieuwe ideeën. Dat ben ik daarom bewust minder gaan doen (in plaats daarvan kijk ik nu podcasts over hobby’s die me niet interesseren maar die wel leuk zijn om te kijken, zoals quilten. Als ik over een jaar helemaal gek van quilten ben is het HIER misgegaan).

Doel 4: opruimen

Dit gaat fantastisch: ik heb zes grote tassen vol garen naar vrienden en goede doelen gebracht. (Zes ja.) (Het was ernstig.) Ik heb ál mijn garen bekeken en beoordeeld. Dit was super leuk om te doen, ook om te zien hoe mijn smaak veranderd is sinds ik de wolwereld ingekukeld ben. Ik heb veel geleerd over wat waarvoor geschikt is en van veel dingen die ik tegenkwam kreeg ik meteen zin om te gaan breien. Er zijn nog een paar dingen over waarvan ik niet zeker weet of ik het ooit nog ga gebruiken, maar ik weet in elk geval niet zeker dat ik het níet ga gebruiken, en dat scheelt al een hoop.

Samenvatting

De doelen gaan best goed, alleen het hoofddoel “geen garen kopen” is echt lastig. Sterk zijn!

Overwegingen

Redenen dat ik blij ben dat de vaatwasser stuk is:

  • Samen afwassen is reuze gezellig
  • De keuken en het fornuis zijn de hele tijd schoon, want die pak je makkelijk even mee
  • Afwassen is een prettig overzichtelijk taakje met direct voldoening gevend resultaat
  • Al mijn favoriete mokken en bestek zijn elke avond schoon: ik hoef geen roze alpro meer te drinken uit de beker voor bruine alpro omdat de beker voor roze alpro nog vies is aangezien de vaatwasser gister niet vol genoeg zat om aan te zetten

Redenen dat ik niet blij ben dat de vaatwasser stuk is:

  • Bij juist gebruik kost een vaatwasser minder water en energie dan met de hand afwassen
  • Vuile vaat op het aanrecht
  • Huisgenoot is mijn Paul Simon-cd zat
  • Dingen die je normaliter dagelijks afwisselt zoals je twee havermoutkommetjes zijn eigenlijk niet meer in dubbele editie nodig waardoor je gevaar loopt constant dezelfde te gebruiken en de andere mogelijk jaloers/ongelukkig wordt

Verbeterpunten om tot optimalisatie te komen:

  • Vuile vaat in kapotte vaatwasser bewaren?
  • Rotatieschema voor havermoutbakjes opstellen
  • Nieuwe cd Paul Simon kopen
  • Kat nemen

Garen-gerelateerde doelen voor 2023

Sinds twee maanden heb ik een opruimboek gelezen en is ons huis ook daadwerkelijk grotendeels… opgeruimd?

(Ik kreeg complimenten van mijn schoonmoeder.)

De uitdaging, zoals ik al schreef, is of het ook lukt als het niet goed met me gaat. Sindsdien heb ik een stuk of zes keer uiterst opgewekt gedacht “kijk, het gaat helemaal niet goed met me, maar het opruimen lukt nog, hoera!”

Dit heeft me wel enigszins bewust gemaakt van het feit dat ik misschien moet zorgen dat het iets minder vaak niet goed met me gaat. Dat terzijde.

Maar goed, het huis is dus behoorlijk opgeruimd, met dien verstande dat er nog steeds wol uit alle hoeken en gaten barst. En er komt steeds meer bij, want als ik verdrietig ben mag ik wol kopen. Dat mag wel eens wat minder. Daarom ga ik voor 2023 proberen om me te concentreren op een aantal dingen die ik graag wil bereiken en hopen dat dat helpt om minder achter weer iets leuks, moois, nieuws aan te lopen.

DOEL 1: dingen afmaken

In elk geval de trui die half af is, het linnen topje waar ik in de zomer mee begonnen ben, het superlichte truitje-voor-over-jurken en de deken die 80% af is. Daarnaast is er nog mijn sjaal van de “brei iets voor jezelf dat niet grijs of blauw is-uitdaging”, waar ik niet gelukkig van word omdat ‘ie niet grijs of blauw is. Ik weet niet of die ooit af gaat komen.

Ik heb ook nog een tweede pakket voor een deken, maar dat is voor dit jaar misschien te ambitieus.

DOEL 2: lekker meters maken

Niets zo goed voor je warme gevoelens als iemand van nek tot heup in wol wikkelen, en in trui-vorm gaat dat heel makkelijk. Maar op de een of andere manier heb ik bij truien altijd het gevoel dat het een ENORM project is. Zegt de persoon die vijf complete dekens heeft gehaakt. Volgens mij is de enige methode om hiervan af te komen meer truien breien, dus dat ga ik ook doen.

Ik verwacht de trui voor de huisgenoot binnen een paar weken wel af te hebben (ook al is hij HEEL GROOT omg ZO GROOT).
Ik ga ook een trui voor de mamma breien: de Sarkle,  uit het boek van Kate Davies dat ik voor mijn verjaardag heb gevraagd en gekregen. Die gaat haar geweldig staan. Zin in. Voor mezelf ga ik The Librarian afmaken, een Purl Code en een Flax. Dat lijkt allemaal heel veel, maar de Librarian is half af, die van de huisgenoot voor driekwart, en de rest zijn snelle patronen.

DOEL 3: wol opmaken

Ik kan nog minstens 3 truien, 25 paar sokken en twee dekens maken met wat ik in huis heb. Ik mag eigenlijk gewoon geen sokkenwol meer tot ik minstens 20 paar gemaakt heb, en dat is voor een jaar wel realistisch.

Een heel jaar geen nieuwe sokkenwol?

Dat lijkt me niet te doen, maar toch minstens 4 paar uit voor elke 1 paar in? We zullen zien. In elk geval ga ik meer sokken voor mezelf breien, want dat doe ik te weinig.

(Wat dat betreft ben ik het jaar vliegend begonnen, want ik heb al een paar superdikke sokken voor mezelf afgemaakt, met de laatste steek op 2 januari dus die tellen voor 2023.)

Daarnaast moest ik in december helaas zeven bollen glitter sokkenwol kopen (om psychologische redenen). Die waren enorm in de aanbieding want kerst-thema, en ik stelde me er niet veel van voor, maar ik ben het eerste paar begonnen (het is kerst tot Maria Lichtmis tenslotte) en ik word er ENORM blij van.

De glitters waren zo inspirerend dat ik glitter/lovertjesdraad heb besteld om een wolpakket waar ik niet gelukkig van werd mee te pimpen. Het enige wat ik dan (aan truienwol) nog over heb waar geen doel bij zit is een enorme berg dik wit garen waar ik een kabeltrui van zou willen breien, ooit, misschien – niet dit jaar denk ik.

Daarnaast heb ik nog een paar pakketten voor accessoires die ik nog steeds heel leuk vind en wil maken, maar er komen waarschijnlijk ook nog baby’s, dus of ik daar tijd voor ga hebben is zeer de vraag.

Doel 4: opruimen

Ik heb best veel garen waar ik niets meer mee ga doen. Dat neemt ruimte in en het leidt af van mijn ware echte diepste garendoel: transformeren tot een twee meter hoge, lopende berg sjaals. Aan het eind van het jaar moet er voor elk bolletje ofwel een concreet plan zijn, of hij gaat de deur uit. Zo, ik heb het gezegd. (Nu nog doen.)

Samenvatting

20 paar sokken, waarvan minstens 8 voor mezelf
5 truien, waarvan 3 voor mezelf
2 topjes
1 deken

En wat verder ter tafel komt.
Ik weet niet of ik het stoer of deprimerend vind dat dit helemaal geen ambitieuze hoeveelheid is.

De maat der dingen

“Voor jou,” zei de aardrijkskundeleraar die de sponsorloop organiseerde, “heb ik speciaal een t-shirt apart gehouden.” Hij gaf het aan me met een lieve glimlach. Het was een unisex shirt, maat XL.

Als ik unisex shirts draag, wat ik liever niet doe want ik heb een taille en ben niet bang die te gebruiken, heb ik maat S. Bij vrouwenshirts heb ik meestal L en soms M of XL¹, afhankelijk van het merk. Toch geven mensen me altijd XL als ik ze niet tegenhoud. Ik ben namelijk heel erg lang. En verder dan dat kijken ze niet.

In abstractere vorm heb ik hetzelfde probleem. Mensen zien dat je goed bent in ding X (bijvoorbeeld sokken breien) en gaan ervan uit dat je dan ook wel goed bent in ding Y (bijvoorbeeld zorgen dat je genoeg schone sokken hebt, door de was te doen en zo). Bijna iedereen die ding X kan kan namelijk ook ding Y. Als je ding Y dan niet blijkt te kunnen treden er ineens allerlei onhandige processen op. Mensen gaan denken dat je het gewoon niet wil. Of een beetje beter je best moet doen. Of ding X eigenlijk helemaal niet kan? Als je Y niet eens kan, wat kan je dan wél?

Dit zie je op school, waar van je verwacht wordt dat je 1 schoolniveau hebt en dan Engels en wiskunde en tekenen en biologie op dat niveau doet. Als je dat met de helft van de vakken lukt en de andere helft niet ben je te dom en moet je maar een niveau omlaag. En je ziet het op het werk, waar je bijna altijd alleen door kan groeien als je niet alleen uitvoerend heel goed bent, maar ook planningen kunt maken, delegeren en adviseren.

Voor kleine autistjes, en grote, zijn deze blinde aannames extra vervelend. Een ongelijke verdeling van capaciteiten is een kenmerk van autisme. Zeker als je niet gediagnosticeerd bent kan dat tot grote frustratie leiden, omdat je niet snapt waarom iets niet lukt. Ik kan toch tienen halen voor Engels? Waarom lukt het inleveren van een boekverslag dan niet?

Maar ook als je het van jezelf weet blijft het extreem irritant. Als ik de huisgenoot² niet had zou ik niet meer dan 10 uur per week kunnen werken. Met huisgenoot kan ik werken, studeren, zingen in een koor en wedstrijden roeien. Puur omdat hij ‘s ochtends opstaat, ‘s avonds naar bed gaat, en daartussen drie maaltijden eet en mij vertelt dat ik weer eens moet stofzuigen. Allemaal dingen die ontzettend veel energie kosten als ik het zelf moet bedenken.

Leg dat maar eens uit aan het UWV. “Ja, programmeren is geen probleem, het is meer het lunch opeten waar het bij mij mis loopt.”

Ik vind dit een rottig onderwerp om over te praten, omdat ik geïnternaliseerd validisme heb (dat wil zeggen, ik vind mensen meer waard als ze meer kunnen, ook al weet ik dat dat onzin is) en omdat ik ook zelf de neiging heb om te denken “als je niet eens zelf op tijd naar bed kunt, wat kun je dat wel?” (Nou ja, programmeren dus. En sokken breien.) Ik geef niet graag toe dat ik niet voor mezelf kan zorgen. De verstrooide professor is een charmant stereotype, maar in het echte leven is het gewoon best wel onhandig als je onderbroeken op zijn. Of mensen je hele leven lang te veel of te weinig van je verwachten.

Er is geen makkelijke oplossing voor dit fenomeen. Het enige wat je kunt doen is elk individu leren kennen en niet verbaasd doen als iemand iets niet of juist heel goed blijkt te kunnen.

En mij geen shirts maat XL meer geven. Ik heb al meer pyjama’s dan ik nodig heb.

1. Die shirts zijn inderdaad meestal te kort, maar dat zijn shirts maat XL ook, want die zijn wijder, niet langer.
2. De persoon die op dit blog “de huisgenoot” heet is mijn lieftallige echtgenoot, die ik heb omdat ik hem lief vind, niet omdat hij m’n was doet. Dat laatste is bonus.