Een vriendin van me heeft de filosofie dat je alleen nutteloze cadeaus moet geven. Frutsels. Leukigheidjes. Niet heel praktische afwasborstels in de vorm van de Venus van Milo. Dat soort dingen. Haar theorie lijkt te zijn dat een cadeau een bepaalde vaste waarde heeft, bestaande uit functioneel en emotioneel, en als de functionele waarde te hoog wordt moet dat dus wel ten koste gaan van de emotionele waarde.
Daarnaast heb je natuurlijk nog de cadeaus waarvan we niet zelf kunnen bedenken dat we dat willen maar het van de reclame moeten leren. Blijkbaar willen veel vrouwen graag ruiken alsof ze net door een zwembad vol goudverf hebben gelopen. Ik weet niet of u wel eens goudverf heeft geroken, lieve lezer, maar ik hoef het niet.*
Ik wil mij sterk maken voor twee andere categorieën cadeaus: de saaie en de vluchtige. Vluchtige cadeaus zijn theaterkaartjes, goede gesprekken, pakjes lekkere thee, wandelingen, rondvaarttrips in eigen stad, een lunch met oude vrienden. Dat zijn, tenzij je smaak in theater beroerd is en je oude vrienden eigenlijk heel stom zijn geworden, dingen waar je een beter mens van wordt** en die je nooit hoeft op te ruimen of weg te gooien. Maximaal effect met minimale troep dus.
Saaie cadeaus zijn, in tegenstelling tot de vluchtige, echt saai, en je hebt wel wat op te ruimen. Sokken. Naaimachines (om even te pronken met mijn persoonlijke saaiheidstriomf van dit jaar). Waterkokers. Allemaal dingen die een plek moeten krijgen. Maar ook allemaal dingen waar plek voor is, omdat je ze gebruikt. Zo denk ik minstens de helft van de ochtenden aan mijn pleegvader, met wie ik al jaren een bloeiende sokkenuitwisselrelatie heb. Als ik de roze-paars-blauwe sokken die ik van hem heb gekregen onder mijn saaie grijze broekpak laat verdwijnen voel ik me geliefd. Veel meer dan als ik probeer te bedenken wat ik nou weer met frutsel X aanmoet omdat ik heel veel van gulle gever X houd, maar absoluut niet van dat frutsel.
Wat we zoeken met dingen die we kopen, zij het cadeautjes voor een ander of voor onszelf, is een gevoel. Vreemd genoeg voelen we ons rijk als we iets hebben gekocht waarvan we weten dat het duurder is dan zou hoeven. Technisch gezien voel je dan dat je net nog rijk was en nu beduidend minder. Je kunt beter liefde en aandacht voor jezelf (en anderen) tonen door iets voor jezelf te kopen waar je iets aan hebt. Een cursus. Een loodgieter, zodat je je niet meer aan die druppende kraan hoeft te ergeren. (Een cursus loodgieten?) Een goed paar sokken.
Cadeaus waar de gever en de ontvanger het meest van profiteren dus, in plaats van de verkoper. Want hoezeer die ook een goede boterham verdient, en de economie erbij, daar zou het toch niet primair om moeten gaan***.
*Ik ben trouwens niet tegen geurtjes, wat de mand vol in de badkamer wel bewijst. Wel tegen gigantische prijzen waar je voornamelijk marketing mee koopt. Dat kan ik niet ruiken.
**Zeker de thee.
***Maar FairTrade of ZZP kopen is altijd een goed idee. Dan profiteren er mensen in plaats van multinationals.