Autisten houden van structuur en zijn vaak goed in het bedenken van structuren. We zijn daar zelfs zo goed in dat het een diagnostisch criterium voor het hebben van autisme is. In de altijd optimistische en complimenteuze bewoordingen van de DSM-5:
hardnekkig vasthouden aan hetzelfde, star gehecht aan routines of geritualiseerde gedragspatronen
Trouwe lezers herinneren zich misschien dat ik hier al eerder iets over geschreven heb, en dat de liefde voor structuur niet voor structuren op zich is, maar voor wat het mogelijk maakt.
Als er geen structuur is raak ik het overzicht kwijt en loop ik vast. Zelf structuur aanbrengen kan ik wel, maar dan moet ik daar op dat moment wel de energie voor hebben, en de omstandigheden moeten goed zijn.
Wanneer ik overprikkeld of gewoon moe ben kan ik niet meer met veranderingen omgaan en ook niet meer zelf structuur aanbrengen. Dus als op dat moment de structuur in de soep loopt heb ik een probleem. Dit gebeurt een paar keer per week, dus het is wel zo handig om hier een list op te verzinnen.
Mijn list is: plan zo min mogelijk per dag, en zo veel mogelijk per week! Sommige dingen moeten wel per dag (bv afspraken op een specifiek moment). Maar als ik precies bedenk wat ik allemaal gedaan wil hebben die dag en het lukt niet, omdat mijn werk bijvoorbeeld heel vermoeiend was, heb ik EN een achterstand EN niet de capaciteiten om dat op dat moment op te lossen. Daarom gebruik ik een bullet journal met een indeling per week.
Dit is het eindresultaat van een weekindeling. Ik begin het met het intekenen van de dagen van de week, de afspraken die ik dan heb, en een markering voor Heel Vreselijke Dingen Waar Ik Heel Vreselijk Moe Van Ga Worden (hier met een dubbele paarse streep). Ik bedenk ook voor de week wat ik ga eten en wat ik aan mijn studie moet doen (hier rechtsonder). Als ik dit allemaal opgeschreven heb, heb ik al een heel aardig beeld van hoe mijn week eruit gaat zien, en dat geeft veel rust.
Deze specifieke week moest ik ook de schildpad van een vriendin eten geven, dus de dagen dat dat van toepassing was tekende ik er een schildpadje bij, en die kleurde ik in als ik hem eten had gegeven. Verder heb ik er aantekeningen gemaakt voor het project op het werk waar ik mee bezig was, en op de studiedag die ik die week had. Linksonder staat nog een opzetje voor een breipatroon dat in een muts terecht is gekomen. Met de blokjes in het midden probeerde ik mezelf te dwingen elke dag op te ruimen, maar het gevolg was meestal dat als ik één dag gemist heb ik het daarna ook niet meer doe omdat het toch niet meer perfect wordt, dus daar ben ik mee gestopt.
Elke week ziet er anders uit, ik vind het heel leuk om verschillende opzetjes uit te proberen. Momenteel zit ik in een “links de dagen, rechts de rest”-fase, maar nu ik hier weer eens naar kijk vind ik alle dagen bovenaan ook best leuk.
Niet elke pagina heeft een weekindeling, ik heb bijvoorbeeld ook de aantekeningen voor de verschillende presentaties die ik geef hierin staan, er is een blokje pagina’s voor de roeimarathon die ik mede organiseer, elke maand heeft z’n eigen pagina, en als ik een mooi liedje of gedicht tegenkom komt ‘ie er ook in.
Zo zie je hier de slottekst van de St. Nicholas Cantata en de nieuwe indeling van onze voorraadkast. Twee dingen die veel vreugde brengen in het leven. Links staat alles wat ik van tevoren wist dat in maart zou gaan gebeuren plus de maandplanning van mijn studie, die hierna op de weekpagina’s weer gedetailleerder terugkomt.
Oom Google kan je nog veel meer vertellen over het bullet journal, en het is zeker niet de enige methode om te plannen. Het werkt ook absoluut niet voor iedereen. Zo ken ik ook mensen die gewoon precies per dag willen weten wat ze gaan doen, omdat ze anders nergens toe komen. Voor mij is de realiteit dat een planning per dag vaak niet gaat lukken – maar een planning per week meestal wel. Dan kan ik zodra ik energie heb ‘gewoon’ in m’n boekje kijken wat er te doen staat, en als ik geen energie heb en er komt iets langs dat gedaan moet worden, dan schrijf ik het op voor wanneer het wél lukt.
En zo probeer ik de Anna van de toekomst zoveel mogelijk te helpen. Door de granen bij de granen te zetten in de voorraadkast. Door bij het was vouwen setjes te maken van twee kussenslopen, een dekbedovertrek, een hoeslaken en een molton en die samen in de kast te leggen. Door mijn pennen op kleur te leggen zodat ik de juiste kan vinden. Door altijd eerst vak A van mijn studie te doen (het saaie, waar het lastig concentreren is) en dan vak B (het leuke, waar ik helemaal in op kan gaan). Door de setjes sportkleren van komende week op volgorde op mijn bank te leggen. Dat is niet hardnekkig, star of geritualiseerd, dat is zoveel mogelijk grip houden op een onmogelijke wereld.