Meh

“Je blogt nooit meer,” zei iemand uit het Echte Leven. Aangezien het Online Leven en het Echte Leven in mijn hoofd twee verschillende werelden zijn moest ik wel even schakelen door die opmerking.

Maar het klopt, ik blog niet zo veel. Ten eerste heb ik last van langdurige antinavelstaarderitis, en denk ik van alles wat ik denk: meh. Ten tweede heb ik last van overmatige wereldcomplexiteit, en denk ik van alles wat ik denk: ja maar daarnaast en dan ook nog en je perspectief is inherent lachwekkend beperkt, met andere woorden: meh.

Ik heb samen met de huisgenoot een verslag bijgehouden van onze vakantie. Ondanks de enorme lappen tekst staat er nog niet een tiende van wat ik zou willen zeggen – achter op een tandem heb je best veel tijd om na te denken. Over dat je op vakantie bent maar de mensen om je heen gewoon hun leven aan het leiden zijn (vind ik leuk). Over dat ze op Shetland helemaal niet super van breien houden – het was werk, ze deden het voor het geld, en nu komen er boten vol mensen (zoals ik) op zoek naar Authenticiteit en Connectie tussen hun redelijk nutteloze hobby en een groep vrouwen (en wat mannen) die alleen vrije tijd hadden op zondagochtend in de kerk.

“Kun je me vertellen op basis waarvan je beslist of iets een aparte klasse moet worden?” vroeg mijn trainee. Hij is een goeie.
“Nou, volgens de kennisleer van Aristoteles…” begon ik.

Ik zal het gedeelte over de planten- en dierenziel die wij allen in ons dragen even overslaan – mijn arme collega hoorde het geduldig aan – en doorspoelen naar hoe Aristoteles zei dat we nieuwe kennis opdoen: door waarneming te laten rusten in je ziel.

Dat is na een boekenplank vol dikke pillen over kennisleer nog steeds mijn favoriete beschrijving. Alleen is er in mijn ziel niet al te veel rust, wegens dat de ene helft van ons werelddeel onder water staat, de andere helft in brand, aan de westkant ze niet weten wie ze zijn en bij wie ze willen horen, aan de oostkant ze dat wel weten maar niet mogen van de nog oostelijker kant, en aan de zuidkant mensen er graag bij willen maar niet mogen van de rest van ons.

Blogt niet zo lekker.

En dan heb ik ook nog spierpijn!

Meh.

Verantwoording afleggen

In januari schreef ik over mijn garen-gerelateerde doelen. Mijn belangrijkste garen-gerelateerde doel was geen garen kopen. Lezer, ik heb óntzettend veel garen niet gekocht. Deze week nog, toen mijn favoriete winkel een prachtige aanbieding had. En laatst vond ik ook nog het perfecte garen voor een prijzig patroon dat ik al een tijdje in mijn digitale bibliotheek heb zitten. Het is zo mooi. Maar het mag niet.

Een duur patroon niet breien is ook zonde, toch?

Toch?

Ik heb het zwaar. En ik heb ook garen wél gekocht: twee pakketjes voor elk een paar sokken. Maar nu ga ik me weer concentreren op mijn doelen.

DOEL 1: dingen afmaken

Dit doel gaat best goed: ik heb het linnen shirtje opgepakt en die gaat veel sneller dan ik dacht.

Om de een of andere reden ben ik geïntimideerd door de half afgemaakte trui die ik heb liggen. Geen idee waarom, toen ik ermee bezig was was het geen probleem. Die ga ik na dit shirtje dus maar doen, anders komt het er nooit van.

Een roze breiwerk met kant ligt op een beige bank, naast een tas met papegaaiduikers erop en een bol lichtgrijze wol
Sneak preview van de wol voor de trui van mijn moeder. We zullen haar een blij hoedje op moeten zetten als ze hier is zodat ze niet verdwijnt tegen de bank.

DOEL 2: lekker meters maken

Gaat ook best ok! De trui voor de huisgenoot is AF, al wil hij graag dat ik de mouwen voor de derde keer nog langer maak. Die jongen is echt te groot. (Ja, ik ben langer, maar dat komt door mijn benen, dat telt niet.)

De sjaal van de “brei iets voor jezelf dat niet grijs of blauw is”-uitdaging ligt nog diep weggestopt, maar ik heb wél een omslagdoek voor mezelf gebreid die, euh, grijs met blauw is. Ik ben er super blij mee en op wat restjes (waar ik babyschoentjes van ga maken) na heeft het 300 gram wol opgeruimd.

Spiegel-selfie van Anna met onder andere een grijs-blauw gestreepte omslagdoek om
De draadjes die hier nog los hangen zijn ondertussen afgehecht en die zak tjips die ik vast heb is ook op.

De trui voor de mamma is geproeflapjed en aangezien ik het begin van een mouw gebruik als proeflapje is deze officieel van start. Het is een snel patroon, dus in juni of juli kan ze heerlijk een dikke Zweedse trui aan.

DOEL 3: wol opmaken

Dit gaat, vind ik, ook best goed. Ik heb me niet aan al m’n plannen gehouden, maar wel alle nieuwe plannen uitgevoerd met wol die ik al had. Bovengenoemde omslagdoek is daar één van. Ik zit op 3,75 paar sokken, wat onder de planning is, maar 3 van de 4 paar zijn volledig in patroon en kosten dus meer tijd om te maken. Ik heb voor het eerst als tester aan een patroon meegewerkt, en dat was ook met wol die ik al had. Mijn moeder heeft nu handwarmers van de wol die over was van de trui van de huisgenoot. Haar trui is dezelfde wol in een andere kleur, dus dat staat meteen leuk bij elkaar.

Dit is ook het lastigste doel om vast te houden: ik vind het leuk om brei-podcasts te kijken, en dan krijg je natuurlijk steeds weer nieuwe ideeën. Dat ben ik daarom bewust minder gaan doen (in plaats daarvan kijk ik nu podcasts over hobby’s die me niet interesseren maar die wel leuk zijn om te kijken, zoals quilten. Als ik over een jaar helemaal gek van quilten ben is het HIER misgegaan).

Doel 4: opruimen

Dit gaat fantastisch: ik heb zes grote tassen vol garen naar vrienden en goede doelen gebracht. (Zes ja.) (Het was ernstig.) Ik heb ál mijn garen bekeken en beoordeeld. Dit was super leuk om te doen, ook om te zien hoe mijn smaak veranderd is sinds ik de wolwereld ingekukeld ben. Ik heb veel geleerd over wat waarvoor geschikt is en van veel dingen die ik tegenkwam kreeg ik meteen zin om te gaan breien. Er zijn nog een paar dingen over waarvan ik niet zeker weet of ik het ooit nog ga gebruiken, maar ik weet in elk geval niet zeker dat ik het níet ga gebruiken, en dat scheelt al een hoop.

Samenvatting

De doelen gaan best goed, alleen het hoofddoel “geen garen kopen” is echt lastig. Sterk zijn!

Overwegingen

Redenen dat ik blij ben dat de vaatwasser stuk is:

  • Samen afwassen is reuze gezellig
  • De keuken en het fornuis zijn de hele tijd schoon, want die pak je makkelijk even mee
  • Afwassen is een prettig overzichtelijk taakje met direct voldoening gevend resultaat
  • Al mijn favoriete mokken en bestek zijn elke avond schoon: ik hoef geen roze alpro meer te drinken uit de beker voor bruine alpro omdat de beker voor roze alpro nog vies is aangezien de vaatwasser gister niet vol genoeg zat om aan te zetten

Redenen dat ik niet blij ben dat de vaatwasser stuk is:

  • Bij juist gebruik kost een vaatwasser minder water en energie dan met de hand afwassen
  • Vuile vaat op het aanrecht
  • Huisgenoot is mijn Paul Simon-cd zat
  • Dingen die je normaliter dagelijks afwisselt zoals je twee havermoutkommetjes zijn eigenlijk niet meer in dubbele editie nodig waardoor je gevaar loopt constant dezelfde te gebruiken en de andere mogelijk jaloers/ongelukkig wordt

Verbeterpunten om tot optimalisatie te komen:

  • Vuile vaat in kapotte vaatwasser bewaren?
  • Rotatieschema voor havermoutbakjes opstellen
  • Nieuwe cd Paul Simon kopen
  • Kat nemen

Winnen van de was

Op de valreep van het elfjarig jubileum dat ik huisgenoten werd met De Huisgenoot is er iets bijzonders gebeurd:

 

ik heb gewonnen van de was.

 

In plaats van stapels schone was die langzaam over het traprekje op zolder groeien hebben we nu overvolle sokkenmandjes in de kledingkast.

 

De staat van de was is niet langer een meetinstrument voor de staat van mijn hoofd. (De huisgenoot leidt dat nu af uit de mate waarin ik ‘s avonds op de bank zit te hyperventileren. Hij stelt voor dat ik weer eens naar de ademfysio ga, maar dat lijkt me een heel slecht idee, want hoe moet hij dan weten hoe het met me gaat? Straks moet ik over mijn gevoelens gaan praten of zo. Er zijn grenzen.) Vroeger vertaalde stress zich direct in ongevouwen schone was. Deadline op het werk? Roeiwedstrijd? De huisgenoot haalde zijn schone onderbroeken zelf maar van de lijn.

 

Maar de afgelopen maanden is de schone was vaak nog voor de nieuwe was aan de lijn komt gevouwen en opgeruimd. Zelfs in de super stressvolle periodes. Het lukt. Het lukt al lang genoeg dat ik durf te zeggen dat ik het doorheb. En omdat ik dit ook graag op andere punten voor elkaar wil krijgen en nou eenmaal een lichtelijk analytisch persoon ben ga ik bij deze opschrijven HOE het me is gelukt.

 

De ultrakorte samenvatting: ken uzelve.

 

De korte samenvatting: leer hoe zowel je energie als je wilskracht van nature variëren en hoe beide reageren op externe omstandigheden, en maak daar gebruik van.

 

De achterliggende realisaties:

 

Er is een verschil tussen acties en identiteit. Ik heb vaak dingen gedacht als “Ik ben nou eenmaal slecht in de was gedaan krijgen” en “ik heb nou eenmaal beperkt energie”. Beide zijn feitelijk waar, maar dat betekent niet dat het ook direct invloed op je daadwerkelijke leven hoeft te hebben.

 

Door mijn neurologie kost het veel energie om een verandering in mijn omgeving te verwerken. Het is voor mij letterlijk moeilijker om van de bank te komen dan voor een neurotypisch persoon. Ik ben soms te moe om naar bed te gaan! (Dit is heel onhandig en ik wil mijn brein graag verzoeken hiermee op te houden.) Feiten. Maar: op transitiemomenten, bijvoorbeeld als ik thuiskom van mijn werk of de roeiclub, of als we van tafel gaan, kost het niet veel EXTRA energie om wat extra veranderingen in het rijtje dat toch al moet toe te voegen.

 

In het rijtje* fiets in de schuur -> schoenen vegen -> jas aan de haak -> broodtrommel bij de afwas -> tas onder bureau -> bank kan ik vrij makkelijk extra stappen invoegen. Veel makkelijker dan aan het eind erbij plakken, na een ongedefinieerde periode in de staat “bank”. Ik loop nu dus vaak even naar zolder om een stapeltje sokken te vouwen voordat ik op de bank plof met een podcast en een trui-in-wording.

 

Ik weet dit van mezelf omdat ik een fijnmazig budget bijhoud van mijn energie en wilskracht. Dat laatste is recent, en hangt samen met de realisatie van hierboven dat ergens niet goed in zijn geen excuus is om het niet te doen. Je kunt prima dingen doen waar je niet goed in bent. Je moet die alleen pakken op momenten dat je hoge wilskracht hebt, anders lukt het niet en wordt het alleen maar deprimerend (zie je wel, weer mislukt). Om die momenten te identificeren moet je bijhouden hoe het gaat met je wilskracht. Dat ben ik gaan doen en ik ben erg enthousiast over de resultaten.

 

Een ander belangrijk punt is dat het vanwege mijn neurologie lastig voor me is om overzicht te krijgen. Overzicht en structuur zijn geweldig en besparen heel veel energie. Het komen tot overzicht *kost* energie en lijkt soms een onoverkomelijk obstakel. Wat me hierbij ontzettend geholpen heeft zijn twee dingen uit Het Opruimboek: 1. neem een foto, 2. werk 20 minuten, 3. neem weer een foto: dit maakt heel concreet hoeveel je kunt doen in een -overzichtelijke- tijd, en dat “overzichtelijk” is het codewoord voor mijn brein. Truc 2 is een taak doen die Groot en Onoverkomelijk lijkt en daar de tijd van opnemen. Hoe lang heb ik nodig voor het opvouwen van een complete lits jumeaux lakenset (2 slopen, dekbedovertrek, hoeslaken en molton)? 3 minuten en 54 seconden, als ik niet haast. De volgende keer hoef ik daar dus niet weken tegenaan te hikken: ik weet dat als ik nu begin ik klaar ben als de thee getrokken is. OVERZICHT. IK HOU ERVAN.

 

De combinatie van zelfkennis: hoe kan ik gebruikmaken van mijn eigen cycli om een taak met een minimum aan energie voor elkaar te krijgen? en taakkennis: hoeveel werk is het nou eigenlijk? heeft voor mij het verschil gemaakt tussen permanente frustratie bij alle huisgenoten over de staat van de was en aan de huisgenoot vragen of ‘ie weer een wasje aan kan zetten zodat ik op mijn vrije dag wat te vouwen heb. Ik ben er heel blij mee en hoop dit te kunnen vertalen naar mijn andere blokkades.

 

Nu alleen nog iets vinden op die overvolle sokkenmandjes.

 

* Vanwege de leesbaarheid heb ik dit rijtje drastisch ingekort. Het ECHTE rijtje heeft een detailniveau dat gaat tot “van fiets stappen” en “veters losmaken”. Als dat je ontzettend vermoeiend lijkt, WELKOM IN MIJN WERELD.

Garen-gerelateerde doelen voor 2023

Sinds twee maanden heb ik een opruimboek gelezen en is ons huis ook daadwerkelijk grotendeels… opgeruimd?

(Ik kreeg complimenten van mijn schoonmoeder.)

De uitdaging, zoals ik al schreef, is of het ook lukt als het niet goed met me gaat. Sindsdien heb ik een stuk of zes keer uiterst opgewekt gedacht “kijk, het gaat helemaal niet goed met me, maar het opruimen lukt nog, hoera!”

Dit heeft me wel enigszins bewust gemaakt van het feit dat ik misschien moet zorgen dat het iets minder vaak niet goed met me gaat. Dat terzijde.

Maar goed, het huis is dus behoorlijk opgeruimd, met dien verstande dat er nog steeds wol uit alle hoeken en gaten barst. En er komt steeds meer bij, want als ik verdrietig ben mag ik wol kopen. Dat mag wel eens wat minder. Daarom ga ik voor 2023 proberen om me te concentreren op een aantal dingen die ik graag wil bereiken en hopen dat dat helpt om minder achter weer iets leuks, moois, nieuws aan te lopen.

DOEL 1: dingen afmaken

In elk geval de trui die half af is, het linnen topje waar ik in de zomer mee begonnen ben, het superlichte truitje-voor-over-jurken en de deken die 80% af is. Daarnaast is er nog mijn sjaal van de “brei iets voor jezelf dat niet grijs of blauw is-uitdaging”, waar ik niet gelukkig van word omdat ‘ie niet grijs of blauw is. Ik weet niet of die ooit af gaat komen.

Ik heb ook nog een tweede pakket voor een deken, maar dat is voor dit jaar misschien te ambitieus.

DOEL 2: lekker meters maken

Niets zo goed voor je warme gevoelens als iemand van nek tot heup in wol wikkelen, en in trui-vorm gaat dat heel makkelijk. Maar op de een of andere manier heb ik bij truien altijd het gevoel dat het een ENORM project is. Zegt de persoon die vijf complete dekens heeft gehaakt. Volgens mij is de enige methode om hiervan af te komen meer truien breien, dus dat ga ik ook doen.

Ik verwacht de trui voor de huisgenoot binnen een paar weken wel af te hebben (ook al is hij HEEL GROOT omg ZO GROOT).
Ik ga ook een trui voor de mamma breien: de Sarkle,  uit het boek van Kate Davies dat ik voor mijn verjaardag heb gevraagd en gekregen. Die gaat haar geweldig staan. Zin in. Voor mezelf ga ik The Librarian afmaken, een Purl Code en een Flax. Dat lijkt allemaal heel veel, maar de Librarian is half af, die van de huisgenoot voor driekwart, en de rest zijn snelle patronen.

DOEL 3: wol opmaken

Ik kan nog minstens 3 truien, 25 paar sokken en twee dekens maken met wat ik in huis heb. Ik mag eigenlijk gewoon geen sokkenwol meer tot ik minstens 20 paar gemaakt heb, en dat is voor een jaar wel realistisch.

Een heel jaar geen nieuwe sokkenwol?

Dat lijkt me niet te doen, maar toch minstens 4 paar uit voor elke 1 paar in? We zullen zien. In elk geval ga ik meer sokken voor mezelf breien, want dat doe ik te weinig.

(Wat dat betreft ben ik het jaar vliegend begonnen, want ik heb al een paar superdikke sokken voor mezelf afgemaakt, met de laatste steek op 2 januari dus die tellen voor 2023.)

Daarnaast moest ik in december helaas zeven bollen glitter sokkenwol kopen (om psychologische redenen). Die waren enorm in de aanbieding want kerst-thema, en ik stelde me er niet veel van voor, maar ik ben het eerste paar begonnen (het is kerst tot Maria Lichtmis tenslotte) en ik word er ENORM blij van.

De glitters waren zo inspirerend dat ik glitter/lovertjesdraad heb besteld om een wolpakket waar ik niet gelukkig van werd mee te pimpen. Het enige wat ik dan (aan truienwol) nog over heb waar geen doel bij zit is een enorme berg dik wit garen waar ik een kabeltrui van zou willen breien, ooit, misschien – niet dit jaar denk ik.

Daarnaast heb ik nog een paar pakketten voor accessoires die ik nog steeds heel leuk vind en wil maken, maar er komen waarschijnlijk ook nog baby’s, dus of ik daar tijd voor ga hebben is zeer de vraag.

Doel 4: opruimen

Ik heb best veel garen waar ik niets meer mee ga doen. Dat neemt ruimte in en het leidt af van mijn ware echte diepste garendoel: transformeren tot een twee meter hoge, lopende berg sjaals. Aan het eind van het jaar moet er voor elk bolletje ofwel een concreet plan zijn, of hij gaat de deur uit. Zo, ik heb het gezegd. (Nu nog doen.)

Samenvatting

20 paar sokken, waarvan minstens 8 voor mezelf
5 truien, waarvan 3 voor mezelf
2 topjes
1 deken

En wat verder ter tafel komt.
Ik weet niet of ik het stoer of deprimerend vind dat dit helemaal geen ambitieuze hoeveelheid is.