Een warm 2024: win wolletjes!

Geef jezelf een warm gevoel door te doneren aan Artsen zonder Grenzen en win warmte voor de komende jaren met een breisel op maat!

Wie mij wel eens in het echt heeft gezien weet dat ik brei. Sommige mensen vragen vervolgens of mijn breisels te koop zijn. Het antwoord is NEE: zelfs het simpelste paar sokken kost 7 tot 25 euro aan wol plus 91 (minimumloon) tot 875 (mijn tarief als je me via mijn werk inhuurt) euro arbeidskosten.

Er zijn weinig mensen bereid 900 euro te betalen voor een paar sokken, zeker aangezien je voor 510 euro ook al een mooi paar kan hebben (met glitters!!).

Breisels bestaan voor 10% uit garen en voor 90% uit liefde, en dat is niet te koop.

BEHALVE NU. Soort van!

Hoe het werkt

Doneer aan Artsen Zonder Grenzen. Het bedrag maakt niet uit: iedere donatie heeft evenveel kans. Stuur een bewijs van je donatie aan anna_maakt@proton.me . Op 5 februari kies ik willekeurig een winnaar en overleggen we wat ik voor je zal maken, zie hieronder voor een paar opties.

DAARNAAST. Iedereen heeft evenveel kans op een accessoire-naar-keuze, maar om de Elon Musks van deze wereld te stimuleren ook naar hun mogelijkheden bij te dragen krijgt de donateur van het hoogste bedrag een paar dikke huissokken op maat in roze of blauw gemêleerd garen, of garen wat ik nog moet vinden als je vegan sokken wilt.

Wat je kunt winnen

Je wint een accessoire of babyformaat kledingstuk voor jezelf of iemand anders. Geliefde aan de chemo? Ik maak de zachtste muts die je je voor kan stellen! Partner met koude voeten? Met mijn dikke sokken hoef je eindelijk niet meer te doen alsof je bang bent corona van ze te krijgen in bed. Half gewurgd doordat je sjaal onder je rolbankje kwam? Ik brei een col in de kleuren van je roeivereniging. Blaas je wolkjes in de kerk? Met mijn vingerloze handschoenen kan je nog gewoon je bladmuziek omslaan. Ben je bang dat je het koud krijgt als je in alleen een onderbroek en twee kilo glitter op een boot staat? Kies een muts met de kleuren van jouw pride vlag! Er kan ontzettend veel. Droom tegen me aan en ik gooi keuzes op je.

Cremekleurige vingerloze handschoentjes met een regenboog aan kleuren op de rug van de hand
Deze foto is copyright Kate Davies (de rest heb ik zelf gebreid). De wol kost 92 euro, trouwens. Kun je winnen met een donatie van 10 cent.

Een muts in rood, groen en wit tussen roeigerelateerde attributen in dezelfde kleur Een groen babyvestje met een knoop in de vorm van een paddestoel Twee paar kleurige gestreepte sokken aan voeten Vingerlozehandschoenen met een kantwerkje in pastelkleuren

Meh

“Je blogt nooit meer,” zei iemand uit het Echte Leven. Aangezien het Online Leven en het Echte Leven in mijn hoofd twee verschillende werelden zijn moest ik wel even schakelen door die opmerking.

Maar het klopt, ik blog niet zo veel. Ten eerste heb ik last van langdurige antinavelstaarderitis, en denk ik van alles wat ik denk: meh. Ten tweede heb ik last van overmatige wereldcomplexiteit, en denk ik van alles wat ik denk: ja maar daarnaast en dan ook nog en je perspectief is inherent lachwekkend beperkt, met andere woorden: meh.

Ik heb samen met de huisgenoot een verslag bijgehouden van onze vakantie. Ondanks de enorme lappen tekst staat er nog niet een tiende van wat ik zou willen zeggen – achter op een tandem heb je best veel tijd om na te denken. Over dat je op vakantie bent maar de mensen om je heen gewoon hun leven aan het leiden zijn (vind ik leuk). Over dat ze op Shetland helemaal niet super van breien houden – het was werk, ze deden het voor het geld, en nu komen er boten vol mensen (zoals ik) op zoek naar Authenticiteit en Connectie tussen hun redelijk nutteloze hobby en een groep vrouwen (en wat mannen) die alleen vrije tijd hadden op zondagochtend in de kerk.

“Kun je me vertellen op basis waarvan je beslist of iets een aparte klasse moet worden?” vroeg mijn trainee. Hij is een goeie.
“Nou, volgens de kennisleer van Aristoteles…” begon ik.

Ik zal het gedeelte over de planten- en dierenziel die wij allen in ons dragen even overslaan – mijn arme collega hoorde het geduldig aan – en doorspoelen naar hoe Aristoteles zei dat we nieuwe kennis opdoen: door waarneming te laten rusten in je ziel.

Dat is na een boekenplank vol dikke pillen over kennisleer nog steeds mijn favoriete beschrijving. Alleen is er in mijn ziel niet al te veel rust, wegens dat de ene helft van ons werelddeel onder water staat, de andere helft in brand, aan de westkant ze niet weten wie ze zijn en bij wie ze willen horen, aan de oostkant ze dat wel weten maar niet mogen van de nog oostelijker kant, en aan de zuidkant mensen er graag bij willen maar niet mogen van de rest van ons.

Blogt niet zo lekker.

En dan heb ik ook nog spierpijn!

Meh.

Winnen van de was

Op de valreep van het elfjarig jubileum dat ik huisgenoten werd met De Huisgenoot is er iets bijzonders gebeurd:

 

ik heb gewonnen van de was.

 

In plaats van stapels schone was die langzaam over het traprekje op zolder groeien hebben we nu overvolle sokkenmandjes in de kledingkast.

 

De staat van de was is niet langer een meetinstrument voor de staat van mijn hoofd. (De huisgenoot leidt dat nu af uit de mate waarin ik ‘s avonds op de bank zit te hyperventileren. Hij stelt voor dat ik weer eens naar de ademfysio ga, maar dat lijkt me een heel slecht idee, want hoe moet hij dan weten hoe het met me gaat? Straks moet ik over mijn gevoelens gaan praten of zo. Er zijn grenzen.) Vroeger vertaalde stress zich direct in ongevouwen schone was. Deadline op het werk? Roeiwedstrijd? De huisgenoot haalde zijn schone onderbroeken zelf maar van de lijn.

 

Maar de afgelopen maanden is de schone was vaak nog voor de nieuwe was aan de lijn komt gevouwen en opgeruimd. Zelfs in de super stressvolle periodes. Het lukt. Het lukt al lang genoeg dat ik durf te zeggen dat ik het doorheb. En omdat ik dit ook graag op andere punten voor elkaar wil krijgen en nou eenmaal een lichtelijk analytisch persoon ben ga ik bij deze opschrijven HOE het me is gelukt.

 

De ultrakorte samenvatting: ken uzelve.

 

De korte samenvatting: leer hoe zowel je energie als je wilskracht van nature variëren en hoe beide reageren op externe omstandigheden, en maak daar gebruik van.

 

De achterliggende realisaties:

 

Er is een verschil tussen acties en identiteit. Ik heb vaak dingen gedacht als “Ik ben nou eenmaal slecht in de was gedaan krijgen” en “ik heb nou eenmaal beperkt energie”. Beide zijn feitelijk waar, maar dat betekent niet dat het ook direct invloed op je daadwerkelijke leven hoeft te hebben.

 

Door mijn neurologie kost het veel energie om een verandering in mijn omgeving te verwerken. Het is voor mij letterlijk moeilijker om van de bank te komen dan voor een neurotypisch persoon. Ik ben soms te moe om naar bed te gaan! (Dit is heel onhandig en ik wil mijn brein graag verzoeken hiermee op te houden.) Feiten. Maar: op transitiemomenten, bijvoorbeeld als ik thuiskom van mijn werk of de roeiclub, of als we van tafel gaan, kost het niet veel EXTRA energie om wat extra veranderingen in het rijtje dat toch al moet toe te voegen.

 

In het rijtje* fiets in de schuur -> schoenen vegen -> jas aan de haak -> broodtrommel bij de afwas -> tas onder bureau -> bank kan ik vrij makkelijk extra stappen invoegen. Veel makkelijker dan aan het eind erbij plakken, na een ongedefinieerde periode in de staat “bank”. Ik loop nu dus vaak even naar zolder om een stapeltje sokken te vouwen voordat ik op de bank plof met een podcast en een trui-in-wording.

 

Ik weet dit van mezelf omdat ik een fijnmazig budget bijhoud van mijn energie en wilskracht. Dat laatste is recent, en hangt samen met de realisatie van hierboven dat ergens niet goed in zijn geen excuus is om het niet te doen. Je kunt prima dingen doen waar je niet goed in bent. Je moet die alleen pakken op momenten dat je hoge wilskracht hebt, anders lukt het niet en wordt het alleen maar deprimerend (zie je wel, weer mislukt). Om die momenten te identificeren moet je bijhouden hoe het gaat met je wilskracht. Dat ben ik gaan doen en ik ben erg enthousiast over de resultaten.

 

Een ander belangrijk punt is dat het vanwege mijn neurologie lastig voor me is om overzicht te krijgen. Overzicht en structuur zijn geweldig en besparen heel veel energie. Het komen tot overzicht *kost* energie en lijkt soms een onoverkomelijk obstakel. Wat me hierbij ontzettend geholpen heeft zijn twee dingen uit Het Opruimboek: 1. neem een foto, 2. werk 20 minuten, 3. neem weer een foto: dit maakt heel concreet hoeveel je kunt doen in een -overzichtelijke- tijd, en dat “overzichtelijk” is het codewoord voor mijn brein. Truc 2 is een taak doen die Groot en Onoverkomelijk lijkt en daar de tijd van opnemen. Hoe lang heb ik nodig voor het opvouwen van een complete lits jumeaux lakenset (2 slopen, dekbedovertrek, hoeslaken en molton)? 3 minuten en 54 seconden, als ik niet haast. De volgende keer hoef ik daar dus niet weken tegenaan te hikken: ik weet dat als ik nu begin ik klaar ben als de thee getrokken is. OVERZICHT. IK HOU ERVAN.

 

De combinatie van zelfkennis: hoe kan ik gebruikmaken van mijn eigen cycli om een taak met een minimum aan energie voor elkaar te krijgen? en taakkennis: hoeveel werk is het nou eigenlijk? heeft voor mij het verschil gemaakt tussen permanente frustratie bij alle huisgenoten over de staat van de was en aan de huisgenoot vragen of ‘ie weer een wasje aan kan zetten zodat ik op mijn vrije dag wat te vouwen heb. Ik ben er heel blij mee en hoop dit te kunnen vertalen naar mijn andere blokkades.

 

Nu alleen nog iets vinden op die overvolle sokkenmandjes.

 

* Vanwege de leesbaarheid heb ik dit rijtje drastisch ingekort. Het ECHTE rijtje heeft een detailniveau dat gaat tot “van fiets stappen” en “veters losmaken”. Als dat je ontzettend vermoeiend lijkt, WELKOM IN MIJN WERELD.

Boek: Unfuck your habitat

In de tien jaar dat de huisgenoot en ik huisgenoten zijn hebben we misschien drie keer echt ruzie gehad, en het ging drie keer over opruimen. De huisgenoot is een opgeruimd type uit een familie van opgeruimde types. Ik ben dat niet, en dan heb ik ook nog een hoofd dat regelmatig de weg kwijtraakt. Ik ben slecht in opruimen EN slecht in in een niet-opgeruimde omgeving verkeren EN ik voel me permanent schuldig omdat door mijn troep een opgeruimd persoon in een niet-opgeruimd huis moet wonen EN een van mijn trucjes om te kunnen functioneren is het zo constant mogelijk houden van sommige onderdelen van mijn fysieke omgeving, waardoor ik flip als je, bijvoorbeeld, zonder toestemming iets op mijn bureau legt.

 

(Dit laatste was het hoogtepunt van De Grote Elektrische Schroevendraaier-ruzie van 2019. Het was zo episch dat er nog steeds alleen met grote omzichtigheid grapjes over gemaakt kunnen worden. Aangezien wij thuis met veel plezier grapjes maken over alles tot en met potentieel levensgevaarlijke bezoekjes aan de spoed wil dat echt iets zeggen.)

 

Heel in het kort is de samenvatting dus: ik kan niet opruimen, de huisgenoot mag (mijn spullen) niet opruimen, en daar zijn we allebei nogal ongelukkig over.
De oplossing ligt nogal voor de hand: ik moet leren opruimen.

 

Bovendien moet ik de meest opgeruimde persoon in huis worden want dan mag ik een kat (vind ik).

 

Ik heb door de jaren heen, ook pre-huisgenoot, al meerdere opruimsystemen geprobeerd. Aan sommigen heb ik iets overgehouden: zo leg ik door mijn vrij intensieve tijd als Flylady-adept nog steeds bijna elke avond mijn kleren voor de volgende dag klaar, en maak ik ‘s ochtends mijn bed op. Maar Flylady als geheel werkt niet voor mij. Het is heel specifiek en gedetailleerd. Ik legde dit aan de huisgenoot uit als “en dan zeggen ze: ga 15 minuten de eetkamer opruimen. Wij hebben geen eetkamer.” Hij begreep me direct. Als ik weinig energie heb neem ik alles letterlijk en kan ik niet vertalen naar “als je geen eetkamer hebt kun je ook de woonkamer opruimen”. Vervolgens vind ik dat ik Het Systeem heb gefaald en stop er maar helemaal mee.

 

En het zijn natuurlijk de momenten met weinig energie waarop het misgaat. Op de dagen dat ik zingend door het huis stuiter kan ik ook wel mijn kamer opruimen. De enige manier om het huis echt naar een permanent netter niveau te brengen is iets te vinden dat ook werkt als ik niet werk.

 

Ik kocht het boek Unfuck your habitat en het bijbehorende werkboek omdat het zich expliciet richt op mensen met een leven en eventueel ook een beperking. En ik was niet teleurgesteld. Het is extreem flexibel, maar biedt voor mij een aantal basisprincipes die (als je ze volgt) genoeg ruimte geven om met die flexibiliteit om te kunnen gaan. Het gevolg is dat ons huis al twee weken op een nog nooit eerder bereikt netheidsniveau is, terwijl het ondertussen een tijdje helemaal niet goed met me ging (de essentiële test). En: het ging volgens mij alsnog een stuk beter met me -omdat- het zo netjes is.

 

Dit komt natuurlijk niet door het boek alleen: je moet alsnog een bepaalde motivatie hebben om het ook daadwerkelijk in de praktijk te brengen. Die motivatie uit zich onder andere in dat ik op zoek ging naar een opruimboek en het ook aanschafte en ging lezen. Als je het boek gewoon aan willekeurige mensen uit gaat delen zal het gemiddeld een stuk minder effect hebben.

 

De dingen die me het meest hielpen staan ook allemaal openbaar op de site en daarom lijkt het me ok om ze hier te delen, maar ben je geïntrigeerd, koop dan zeker ook het boek (of leen de mijne).

 

1. Neem een voor-foto. Ruim 20 minuten op. Neem een na-foto. Vier het verschil.
2. Leg dingen niet NEER maar ruim ze op.
3. Je kunt het net zo goed nu doen. (Dit is de generieke vorm van punt 2.)
4. Neem de tijd op die je nodig hebt om een vervelend klusje te doen. Meestal is het in het echt enorm veel sneller klaar dan in je hoofd.
5. Zorg 1x per dag dat alle afwas weg is (ofwel vies in de afwasmachine, ofwel schoon in de kast).

 

Het toepassen van deze principes heeft een aantal dingen ontzettend veel makkelijker gemaakt. Ten eerste is mijn werkkamer tegenwoordig bruikbaar als werkkamer, best fijn als je thuiswerkt. Daarnaast raken mijn breiwerkjes niet meer in de war want die wonen allemaal in hun eigen tasje als ik niet actief aan ze aan het breien ben. En het fornuis is knetterschoon omdat er geen pannen meer op staan te wachten tot er plek is in de afwasmachine. Daardoor is het heel makkelijk er even een doekje over te halen voordat er geologische voedsellagen op ontstaan die alleen door professionals kunnen worden overwonnen. Een vies fornuis is een van mijn persoonlijke ergernissen (de huisgenoot lijkt immuun) en het is nu SCHOON. Tenslotte ruim ik zelfs op dagen dat ik niet ok ben mijn tas op zodra ik thuiskom en mijn kleren als er een kledingwissel plaatsvindt.

 

Er zijn ook nadelen. We zijn zo bij met de afwas en kledingwas dat duidelijk is geworden dat we meer mokken hebben dan plank en meer kleren dan kast. (Ik heb ook meer garen dan kast, maar dat wisten we al.) Daarnaast heeft ook de huisgenoot het bed opmaken en aanrecht en fornuis leeg houden omarmd en ben ik dus alsnog niet de opgeruimdste, waardoor ik nog steeds geen kat mag. Als laatste zit ik veel minder op Twitter, want ik heb het druk met opruimen (breien is ook opruimen, volgens de huisgenoot).

 

Al met al ben ik erg enthousiast. Voor mij is het uniek dat een opruimboek erkent dat je hoofd soms niet meewerkt en iets anders zegt dan “nou en doe het gewoon”. (Ze zegt ook doe het gewoon. Maar op een begrijpende manier.) Ik ben erg benieuwd hoe ik hier over een maand en over een jaar naar terugkijk. Maar op dit moment verwacht ik: met plezier!

Corona: autisme voor beginners

Autisten aller landen, verenigt u, want we hebben de beste marketing-gelegenheid ooit!

De huisgenoot, ik, en de pappa kregen tegelijk corona (niet van elkaar, het universum houdt wel van een grapje). We waren allemaal na een week weer beter. Dat wil zeggen: we hadden allemaal na een week geen koorts of andere griepachtige klachten meer. De pappa en ik waren onze fysieke conditie kwijt en waren nog een paar weken gevloerd na elke kleine lichamelijke inspanning.

De huisgenoot… kreeg hersenmist en raakte overprikkeld door geluid.

“Ik had natuurlijk gehoord dat je moe kan zijn na Covid,” zei hij, “maar dit is niet ‘gewoon moe'”.
(Toen ging hij even proberen te slapen.)

Een van de grootste problemen in het begrip van neurotypische mensen is dat ze zich oprecht niet voor kunnen stellen wat overprikkeld zijn betekent. Echt betekent.

Dat je niet ‘gewoon moe’ bent, maar zo gevloerd dat je niet de mentale capaciteit hebt om jezelf uit de vervelende situatie te redden.

Dat je energie- en prikkelbudgetten moet maken per uur, per dag, per week en per maand, omdat je anders zonder eten, schone kleren, vrienden en werk komt te zitten.

Dat een geluid/gevoel/beeld niet gewoon vervelend is, maar zo door merg en been gaat dat je er compleet ellendig van wordt.

Maar nu hebben duizenden mensen naklachten van covid (hopelijk tijdelijk) en ervaart een groot deel daarvan precies dit!

Wij kunnen ze helpen! Wij weten hoe dit werkt.

En als zij (hopelijk) hersteld zijn weten ze nog uit de eerste hand hoe het bij ons gaat.

Dus knuffel je dichtsbijzijnde post-covid’er (zachtjes). Steun ze. Geef ze tips. En laat ze vooral weten: je staat tijdelijk met ons buiten de gewone wereld, laten we die als je weer de oude bent wat meer een gedeelde wereld voor ons allemaal maken.

[Nuance: autisme is veel meer dan overprikkeling, en niet iedere autist vindt prikkels een probleem. Maar voor het begrip op dit onderwerp is dit oprecht een gouden kans, en ik heb ook het idee dat wij als prikkelexperts onze verantwoordelijkheid moeten nemen om nu mensen te helpen.]