Herinner je mij om de wc-rol

Ik heb heel erg geluk met mezelf, want veel wereldverbeterende dingen vind ik leuk om te doen. Sterker nog, ik zou me rot voelen als ik het niet deed. Zo krijg ik gratis een mooie ‘gutmensch’-stempel op m’n voorhoofd terwijl ik gewoon vrolijk aan het rondhobbyen ben.

Dat stempel is dus geen hol waard.

Als iemand die dol is op vlees uit principe veganist wordt, kijk, dat is een prestatie. Ik heb twee jaar geleden voor het laatst geprobeerd een biologische worst te kopen (voor een ander) en dat lukte me niet omdat ik er te verdrietig van werd. Bikkelen hoor, dat veganisme. Niet veganist zijn, dat is pas moeilijk.

Mensen die dol zijn op mode en in een sociale context zitten waar hippe kleding belangrijk is, die uit duurzaamheidsoverwegingen overgaan op een minimalistische collectie, dat is knap. Ik ben IT’er, niemand kan het wat schelen wat ik aanheb. En ik kan door mijn lengte maar bij iets van 3 winkels in Nederland kleren kopen (die ook nog eens grotendeels stom zijn, maar de niet-stomme dingen zijn doorgaans van hoge kwaliteit en gaan lang mee). Overconsumeren, ik zou niet weten hoe.

Mensen met een drukke baan en kinderen die alsnog de tijd nemen om mee te helpen op school, of bij een vereniging, of de kerk, daar heb ik diep respect voor. Ik wil gewoon op het water zijn en weet dat ik veel leer van zelf lesgeven, dus ben ik instructeur voor de nieuwe instroom op de roeiclub. Vrijwilligerswerk, gelukkig mag ik het.

Al die dingen doe ik voor mezelf. En ik ben niet zo gedisciplineerd, dus reken maar dat ik het niet zou doen als ik het niet leuk vond.

Met andere woorden, ik ben geen goed mens. En daarom heb ik ook geen moreel oordeel over mensen die niets doen wat voor de buitenwacht onder wereldverbeterend valt. Ik ben namelijk geen haar anders.

Of toch wel:

Ik zal altijd, altijd, de wc-rol vervangen als ik ‘m opmaak. En als hij bijna op is maar niet helemaal zet ik de nieuwe rol klaar. Ook al heb ik er geen zin in. Ook al is het midden in de nacht en moet ik de trap af op m’n blote voeten en is het koud en hoor ik iets engs in de woonkamer.

Als je aan mij terugdenkt, denk dan aan de wc-rol, en je zult je me beter herinneren dan ik ben.

 

Hey now, you’re an all star

Heb jij ervaring met Android Studio en ben je een ware framework expert?

Sterker nog, jij bent degene die ervoor zorgt dat we niet ‘Mwa’ maar altijd ‘Wow!’ zijn.

We expect you to be an expert in software engineering and have good knowledge of what it means to work with large and/or distributed systems…

Voor onze ontwikkelingsafdeling zoeken we back-end gurus, front-end/UX wizards, QA-goden en netwerk&hosting experts…

Zomaar vier stukjes uit vacatures waar ik nooit op zal reageren. (Ik heb alle vacatures die het hebben over ‘hij’ en ‘zijn’ overgeslagen want ik doe al genoeg feministisch hier.)

Nu ben ik momenteel een medior ontwikkelaar, dus is het misschien niet zo gek dat ik me niet aangesproken voel door mensen die om experts vragen. Maar let wel: sommige van deze vacatures zijn voor…

zit u rustig?

… een stage.

Jawel, wij zoeken een niet-afgestudeerde expert om tegen instaptarief de beginselen van het vak te leren!

Ik mag hopen dat over een paar jaar de automatische grammaticacontrole in Word dit soort formuleringen keihard afstraft. Misschien door een reïncarnatie van Clippy die als je dit soort taal begint uit te slaan oppopt, niet meer weggaat, en je de rest van de dag van snedig commentaar voorziet.

Er zijn hordes ITers in Nederland die heel goed zijn in hun werk. Dat betekent niet dat ze nooit fouten maken. Niemand is altijd ‘Wow!’. Mensen die altijd ‘Wow!’ zijn vind je regelmatig bij het UWV met een burnout. Een goede programmeur is iemand die zegt: “Dit was wel goed maar nog niet ‘wow!’. Dat komt hierdoor. De volgende keer gaan we dat niet meer doen,” en dat dan de volgende keer niet meer doet.

Dat zijn de mensen die je wilt, werkgevers en recruiters van Nederland.

Hemel, je zal maar een back-end guru aannemen… wie moet die persoon uitleggen hoe jouw back-end werkt? De back-end boeddha?

Natuurlijk wil je kwalitatief hoogstaande dingen maken en natuurlijk heb je experts nodig in je bedrijf. Maar je hebt geen hol aan iemand die alles van Java weet en niets van met functioneel ontwerpers of junior collega’s praten. En bedrijven die die vaardigheden niet belangrijk genoeg vinden om vooraan (of überhaupt) in een vacature te zetten vind ik eng.

Daar werken vast allemaal goeroe’s. Ik denk liever zelf.

 

 

Waarom ik liever in het weekend werk dan naar Game of Thrones kijk

Vandaag stuurde iemand me een linkje naar een artikel over de redenen dat vrouwen de IT verlaten. Er stond voor mij niet veel nieuws in, omdat ik dit onderwerp vrij intensief volg. Maar het is goed en raak geformuleerd – een aanrader. En er stond iets in wat voor mij extreem relevant is:

The research shows that women in disproportionately-male industries are assumed to be less competent than men, and that when they’re perceived as competent they’re considered less likable. Being disliked hurts women’s pay and their prospects for advancement. The research finds that the only way competent women will be found likable is if they behave in a stereotypically-female “communal” style at work (cooperative, helpful and understanding), but if they do that they will no longer be perceived as competent. It’s a classic double bind.

Ik kreeg het ook een keer terug op een functioneringsgesprek: “Ja, we hoorden van een van je collega’s dat je soms wat aggressief overkomt.” Geen slechte prestatie voor iemand die als twaalfjarige op assertiviteitscursus moest! Ik had het er kort daarna met mijn coach over, en ik vroeg haar als ik een man was geweest, hadden ze me dan ook zo genoemd? Nee, zei ze, dat denk ik eigenlijk niet.

Nu ben ik persoonlijk blij met de feedback en ik heb ondertussen al wel een paar gesprekstechnieken geleerd om mensen meer te overtuigen en minder te overrompelen. Dat is effectief en dat stemt me tevreden. Ik werk bij een zeer vrouwvriendelijk bedrijf (eikels heb je overal, managers die zeggen ‘ik zou graag meer vrouwen aan de top zien’ niet) dus ik mag me in mijn handjes knijpen.

Gelukkig vind ik mijn werk ontzettend leuk en heb ik er totaal geen moeite mee om er wat extra uurtjes in te stoppen zo nu en dan. Als dat nodig is om even ver te komen als de kerels, so be it. Er is wel meer in het leven niet eerlijk.

Maar het blijft natuurlijk, ha, kut, dat je in onze cultuur beter dan de mannen moet zijn om even goed beoordeeld te worden. En als het je een keer niet lukt is het toch wel verdacht dat je een vrouw bent. Zie je wel…

Soms denk ik dat mijn beeld scheef is, dat ik inderdaad aan het zeiken ben, dat het allemaal wel meevalt met die vrouwonvriendelijkheid, zeker in Nederland. Maar dat is omdat ook ik ben opgegroeid in een cultuur waar de generatie van mijn moeder nog gewoon ontslagen werd toen ze trouwden of kinderen kregen.

En een cultuur waarbij boeken en tv-series vol vrouwenhaat gewoon hoge kwaliteit entertainment voor iedereen (…boven de zestien) zijn. Want dat was het tweede linkje dat ik vandaag kreeg: een apologie van Game of Thrones, door een vrouw. Haar stelling: dat GoT een vrouwenhatende wereld laat zien, betekent niet dat de serie zelf misogyn is.

Stieren. Poep.

Los van het feit of het een goede serie is of niet: ik heb een paar losse hoofdstukken gelezen. In eentje werden een stuk of zestig vrouwen verkracht (door één kerel), in een ander werd één vrouw minstens dertig keer verkracht. En dat is nog buiten de gedwongen huwelijken, waar je hopelijk snel genoeg Stockholmsyndroom oploopt dat het draaglijk wordt (en ja, dat is Daenerys).

Nou, dat zal allemaal een functie hebben, net als al het brute gemoord en de draken en weet ik wat allemaal.

Het blijft het afbeelden van seksueel geweld als bron van vermaak. Het is veel te makkelijk en het is misselijkmakend. “Hey, deze gast is een enorme eikel, we laten ‘m een paar vrouwen verkrachten, dan weet iedereen het tenminste.” Die vrouwen verdwijnen vervolgens in het narratieve niets, want hun werk is gedaan. De enige die we verder volgen dan dat wordt verliefd op haar verkrachter (daar hebben we Daantje weer!).

Nou, dit deel van onze cultuur is natuurlijk onschuldig vermaak grenzend aan Hoge Kunst.

Het heeft niiiiiiiiiiks te maken met het deel van onze cultuur waar 37% van de vrouwen die online actief zijn bedreigd worden met seksueel geweld.

Nota bene: ik zeg niet dat Game of Thrones dit veroorzaakt. Maar het zijn twee onderdelen van hetzelfde systeem. Dat ontkennen is het erger maken. En ik heb er wel vertrouwen in dat we een leuke serie kunnen maken waarin geweld tegen vrouwen niet aan de orde van de dag en dus genormaliseerd is. En dan zijn we al bijna zover dat je als mens hetzelfde moet presteren als andere mensen om hetzelfde betaald te krijgen.

Dingen die je kunt doen tegen vrouwenhaat, als man en als vrouw

    • Voor elke keer dat je ‘Jezus wat een trol!’ roept als een vrouwelijke minister niet aan jouw standaarden van uiterlijke schoonheid voldoet, roep ‘Jezus wat een pad!’ als Teeven in beeld komt, of iets dergelijks.
    • Realiseer je dat er geen causaal verband bestaat tussen graag een jurk aantrekken en (gebrek aan) competenties op het cognitieve vlak. Hetzelfde geldt voor lippenstift.
    • Vraag eens aan een vader hoe hij werk en zorg combineert.
      • En of hij z’n carriere soms niet belangrijk vindt, dat ‘ie kinderen neemt.
      • En of hij z’n ouderschap soms niet belangrijk vindt, dat ‘ie blijft werken.
    • Accepteer de blauwe plekken die dit mogelijk opleveren als een kerel, of beter nog, als een wijf, daar vrouwen gemiddeld een hogere pijngrens hebben.
    • Oefening: Probeer te bedenken waarom mensen het zo belangrijk vinden om te weten van welk type een baby is.
    • Doe heel erg je best om niemand te verkrachten.

De radicale gedachte

Een van de vele clubjes waar ik wel eens iets voor doe organiseerde een soort van feestje. Daar was natuurlijk een feestcommissie voor, die fantastisch werk heeft verricht. Daarnaast waren er nog wat mensen nodig om rondom en tijdens het feestje computerige dingen te doen. Aangezien dat mijn sterke punt is werkte ik daar graag aan mee.

Aan het eind van het feestje werd de feestcommissie (allen dames) bedankt, met elk een zeer mooie bos bloemen waar ze volgens mij wel blij mee waren. De computerige mensen werden ook bedankt, met elk een zeer mooie literfles bier waar ze ook wel blij mee waren.

Ik kreeg mijn bier met de begeleidende opmerking: “Heel erg bedankt voor al je inzet, en omdat je in het mannenteam zat krijg jij bier.”

Nou was ik zeer verguld met zowel het bier (toevallig een merk dat ik wel te hachelen vind) en het bedankje (had echt niet gehoeven), maar met de formulering (mannenteam) iets minder.

De vrouwen om mij heen snapten dat direct. Terwijl wij nog druk bezig waren onze onderkaken weer van de vloer op te takelen en verbijsterde blikken uit te wisselen zei een van de aanwezige heren “Wat is het probleem? Het hele idee van feminisme is toch dat jullie net als de mannen behandeld willen worden?”

Ik kan zeker begrijpen dat je dat zo interpreteert, lieve mannelijke clubjegenoot, maar, nee.

Nee.

NEEEEEEEEEEEEE.

Feminisme is het radicale idee dat o.a. vrouwen mensen zijn. Niet mannen. Mensen. Wat dit betreft is het jammer dat de term humanisme al bezet is, want dat is eigenlijk precies wat het is.

Mensen zijn, onder meer:

  • vrouwen
  • mannen
  • mannen waarvan we ooit dachten dat het vrouwen waren
  • vrouwen waarvan we ooit dachten dat het mannen waren
  • mensen die  man EN vrouw of geen van beide of iets anders zijn
  • personen die van zichzelf lichtroze zijn
  • personen die van zichzelf niet lichtroze zijn
  • sopranen

Daaruit vloeit voort dat als je iets wilt regelen, het wel zo prettig is als je het regelt zodat het werkt voor, je weet wel, mensen. Daarbij kun je prima onderscheid maken in de zin van “alleen mensen die daadwerkelijk een statistisch significant percentage van het totaal staand plassen krijgen een standaardoplossing op de werkvloer waarmee dat pragmatisch geimplementeerd kan worden”. Dat is het punt niet.

Het punt is dat je niet standaard denkt aan een witte man en dan, mochten omstandigheden je daartoe dwingen, nog een zinnetje aan toevoegt voor de rest van de mensheid.

 

Hokjes (0)

Mensen zijn de hele dag alles en iedereen in hokjes aan het stoppen. Dat begint als baby al, met de hokjes Eten en Niet Eten. Om precies te zijn, alles is eten tot het tegendeel wordt bewezen. Leren is categoriseren.

Het kan natuurlijk ook niet anders. Als je in je berenvelletje voor je grot staat en er komt iets kwijlends en klauwigs op vier poten aangestormd is het niet essentieel om tot ware en volledige kennis over dat beest te komen, maar wel om te weten of ‘ie in de categorie ‘dodelijk’, ‘potentieel voor zware verwondingen’ of ‘lekker met een sausje’ valt.

Het probleem hier is, en dat is echt een groot probleem, wat u lieve lezer ook al wel weet maar ik vind het vreselijk belangrijk daarom schrijf ik dit, dat we wegens doorslaand succes enorm hebben leren vertrouwen op ons categorisatievermogen. Maar het is alleen een set ezelsbruggetjes. En ze leiden onherroepelijk tot vooroordelen en foute conclusies. Dat is niet te voorkomen, het is inherent aan het systeem. En we kunnen niet van het systeem af. Maar misschien kunnen we het wel amenderen.

Een van de dingen die we vaak verkeerd doen is categorieën maken die er eigenlijk helemaal niet zijn. Een mooi voorbeeld uit mijn eigen bestaan is dat ik een vrouw ben die veel mannendingen doet. Ik ben gewend dat dat Een Ding Is. Er zijn echt plekken waar je beter of veel beter dan de mannen om je heen moet zijn om dezelfde kansen te krijgen. Mijn werk daarentegen is niet zo’n plek. Ik heb er nog nooit gemerkt dat ik anders zou worden behandeld omdat ik een vrouw ben. Maar als ik weer eens met negen mannen in een zaaltje zit denk ik toch ‘Goh, ik zit hier met negen mannen in een zaaltje, en ik ben de enige vrouw. Ik ben Anders.’

Dat is een voorbeeld van verkeerd categoriseren. Er zitten tien mensen in dat zaaltje die je op vele manieren in aparte hokjes kunt zetten. Bijvoorbeeld: er zijn twee docenten en acht cursisten. Er zijn zes consultants en vier programmeurs. Vijf juniors, drie mediors en twee seniors. Er drinken vijf mensen koffie, vier thee en een water. En er zijn negen mannen en een vrouw.

De specifieke gelegenheid waar ik nu aan denk (de verdeling van consumpties heb ik trouwens verzonnen) was nou net op een verdieping zonder aparte mannen- en vrouwenwc’s, dus ook daar kunnen we niks met het onderscheid. Er was echt geen enkele reden waarom de man-vrouw-verdeling interessant zou zijn. Je kunt hier met enige moeite nog vrome dingen zeggen als ‘vrouwen communiceren anders’, maar, euh, om het ever subtiel en eufemistisch te brengen, dat is een kwalificatie op een groep die niet per se op alle leden van die groep van toepassing is, waarmee ik bedoel dat ik vaak genoeg als een botte hork door andere mensen heen brul. Helaas, het gaat hem niet worden – mijn vrouw-zijn was op dat moment geen factor van belang, net zo min als het man-zijn van de rest. We waren gewoon IT’ers.

Waarom ben ik me er dan alsnog van bewust? Waarom nemen we ALTIJD mee of iemand een actief en een gedeactiveerd x-chromosoom heeft, of een x-chromosoom en een werkeloos fliebertje – ook op momenten dat het echt op geen enkele manier relevant is? En waarom beginnen we er al mee zodra we in wazige zwart-witplaatjes kunnen uitpuzzelen of dat streepje de navelstreng is of iets anders?

Waarschijnlijk, denk ik, omdat het kan. Het is zichtbaar. Het is duidelijk. Dan ZAL het gotbetert ook wel iets betekenen. Zelfs als het niks betekent. Zelfs als het gewoon is, en dat is het.

Ik woon niet in een grot, loop niet in een berenvelletje en als er hier iets kwijlends en klauwigs voorbij komt zit het meestal aan de lijn. Ik kan me dus veroorloven om mijn grote innerlijke categorisator af en toe op pauze te zetten. Nu nog leren om het ook te doen.