Guus Meeuwis zingt een liedje, en dat vond ik best mooi.
Toen ging ik naar de tekst luisteren. En wat bleek: ENG. IEKS.
“Je zegt ik ben vrij maar jij bedoelt ik ben zo eenzaam -Â Je voelt je te gek zeg jij maar ik zit niet te dromen -Â Want die blikken in je ogen zegen alles tegen mij…”
Oftewel, je zegt A, maar ik denk lekker B. Want dat zie ik in je ogen. Okee, voordeel van de twijfel, kan ‘ie best gelijk in hebben, ik houd me ook wel eens figuurlijk groot en mijn vrienden prikken daar gelukkig ook wel doorheen.
Maar.
“Elkaar nu een dienst bewijzen dat is alles wat ik vraag – Zet weg nu die angst ik wist het al het is mijn dag vandaag”
Okee… de jij zit schijnbaar goed in de prak, en de ik wil elkaar een dienst gaan bewijzen? Wat moet de blijkbaar verdrietige, angstige persoon precies gaan doen dan?
“Kijk mij nu eens aan nee zeg maar niets je mag best zwijgen -Â Het valt nu nog zwaar maar ik weet dat ik jou kan krijgen”
Het valt nu nog zwaar? Zeg maar niets?
ENG. IEKS.
“Dit hoeft nooit meer te gebeuren als je bij me blijft vannacht -Â Want dan zal je zien als jij straks wakker wordt dat jij weer lacht”
Juistem. Nou, wat fijn voor hem dat ‘ie zo zeker is van zijn… kwaliteiten. Eén nacht met mij en al je problemen zijn opgelost!
Oh, anna, anna, zeiden mijn vrienden geduldig, die teksten, daar moet je ook gewoon niet naar luisteren. Doet niemand. Gek.
En dan piepen ze in Amerika de kruidige woorden weg! Blijkt maar weer: die heb je helemaal niet nodig voor een dosis creepy.
Ik denk met weemoed terug aan wat ik als negenjarige moest zingen. Weet de melodie ook nog precies.
“Dochter van Babel, die steden vernielt, zalig de man die u zal vergelden wat gij ons deed – als hij uw kinderen grijpt en verplettert tegen de rots!”
Vroeger was alles beter.