Shout unto God with the post-its of triumph

Nu is de moeilijke vraag: haal je wel of niet het tabje weg als je het liedje gezongen hebt? Aan de ene kant: dan wordt het steeds makkelijker om de rest te grijpen. En is het wel leuk, progressie door de week en zulks (elke dag heeft z’n eigen kleur).

Aan de andere kant, KLEURTJES.

Moeilijk moeilijk.

Ik ben tot 16 augustus op tournee. Dag!

Geef mij maar m’n hoofd terug

Guus Meeuwis zingt een liedje, en dat vond ik best mooi.

Toen ging ik naar de tekst luisteren. En wat bleek: ENG. IEKS.

“Je zegt ik ben vrij maar jij bedoelt ik ben zo eenzaam - Je voelt je te gek zeg jij maar ik zit niet te dromen - Want die blikken in je ogen zegen alles tegen mij…”

Oftewel, je zegt A, maar ik denk lekker B. Want dat zie ik in je ogen. Okee, voordeel van de twijfel, kan ‘ie best gelijk in hebben, ik houd me ook wel eens figuurlijk groot en mijn vrienden prikken daar gelukkig ook wel doorheen.

Maar.

“Elkaar nu een dienst bewijzen dat is alles wat ik vraag – Zet weg nu die angst ik wist het al het is mijn dag vandaag”

Okee… de jij zit schijnbaar goed in de prak, en de ik wil elkaar een dienst gaan bewijzen? Wat moet de blijkbaar verdrietige, angstige persoon precies gaan doen dan?

“Kijk mij nu eens aan nee zeg maar niets je mag best zwijgen - Het valt nu nog zwaar maar ik weet dat ik jou kan krijgen”

Het valt nu nog zwaar? Zeg maar niets?

ENG. IEKS.

“Dit hoeft nooit meer te gebeuren als je bij me blijft vannacht - Want dan zal je zien als jij straks wakker wordt dat jij weer lacht”

Juistem. Nou, wat fijn voor hem dat ‘ie zo zeker is van zijn… kwaliteiten. Eén nacht met mij en al je problemen zijn opgelost!

Oh, anna, anna, zeiden mijn vrienden geduldig, die teksten, daar moet je ook gewoon niet naar luisteren. Doet niemand. Gek.

En dan piepen ze in Amerika de kruidige woorden weg! Blijkt maar weer: die heb je helemaal niet nodig voor een dosis creepy.

Ik denk met weemoed terug aan wat ik als negenjarige moest zingen. Weet de melodie ook nog precies.

“Dochter van Babel, die steden vernielt, zalig de man die u zal vergelden wat gij ons deed – als hij uw kinderen grijpt en verplettert tegen de rots!”

Vroeger was alles beter.

Boek: Logicomix

Betrand Russell zei over zichzelf dat alleen zijn verlangen om meer wiskunde te leren hem tijdens zijn puberteit van zelfmoord af had gehouden, en won later de Nobelprijs voor de literatuur. Daarnaast trouwde hij vier keer, werd een half jaar opgesloten wegens pacifisme (tijdens de Eerste Wereldoorlog), en schreef een serie boeken die dezelfde titel meekregen als het belangrijkste boek in de natuurwetenschappen ooit, “Principia Mathematica”.

Met andere woorden, een interessant figuur.

Je moet wel nogal vol van je werk zijn als je het vernoemt naar Newton’s eenmansrevolutie. Dat was Russell dan ook, en daarover, veel meer dan over de inhoud van dat werk, gaat Logicomix (de website is heel mooi). Met Russell als verteller worden we door het einde van de 19e en eerste helft van de 20e eeuw gesleept, onderwijl een groep mensen volgend die maar één doel hebben: de wiskunde bevrijden van het drijfzand van “dit is zo omdat we het hebben afgesproken”-axioma’s waar het tot dan toe op gebouwd was.

In stripvorm, ja.

Logicomix wordt gepresenteerd als “Graphic Novel”, maar dat kan verwarrend werken als je bij die term in de eerste plaats een vernieuwende tekenstijl voor je ziet. Het heeft een klassieke Franse stijl die zelden buiten de vakjes loopt (denk Kuifje) en duidelijk ondergeschikt is aan het verhaal. En dat is heel prettig, want het verhaal is al ingewikkeld genoeg, met al die huwelijken en oorlogen en ruziënde logici.

Het blijft moeilijk te begrijpen waarom Russell zo ontzettend veel moeite stopt in een reeks boeken die hij niet afmaakt, en waarvan hij zelf zegt dat ze onleesbaar zijn. Hij werd ook keer op keer teleurgesteld in zijn collega’s: het grote voorbeeld blijkt een antisemiet, de geniale leerling verwerpt diens eigen, en daardoor ook Russell’s, grote werk, en zo goed als allemaal worden ze gek. Hoe hou je het vol?

Omdat er altijd nog iets te ontdekken bleef. En dat is het mooiste wat er is.

Dit is een van die boeken die ik mensen opdring. En waarvoor ze specifiek langskomen om het te lezen. Het gaat over menselijke passie en heeft een overzicht van termen achterin waar knalharde wiskunde duidelijk wordt uitgelegd – kom er maar eens om! Als je dit jaar maar één strip leest, laat het dan deze zijn.

Dit hokje heeft mooi behang

In “het seizoen” is het voor mij gemiddeld om vier klassieke concerten per week mee te maken (als uitvoerder, publiek, of koffiezetter in de pauze). Als je dat tegen mensen zegt gaan ze vaak al snel Bepaalde Conclusies trekken. Iets met geitewollensokken en zo.

Wat ik trouwens echt niet snap, want serieus, weet je hoe warm het meestal is op zo’n podium?

Maar goed. Ik realiseerde me vandaag, voor de zoveelste keer, dat ik mijn eigen leven doodnormaal vind. Maar als ik van die mensen hoor die kunnen nootschieten (twee seconden muziek horen en dan weten welk stuk het is), dan denk ik, wat een geitewollensokken! Diep respect, dat zeker. Maar als je dat kan, dan moet je verder natuurlijk wel heel saai zijn. Want je hebt naast al dat muziek luisteren vast geen tijd om ook een persoonlijkheid te ontwikkelen. Toch?

Juistem. Misschien moet ik ook eens omkijken en zien met wie ik in een hokje zit, in plaats van alleen maar met m’n voeten over de rand bungelen en naar buiten zwaaien.

(Overigens heb ikzelf overduidelijk een persoonlijkheid, want ik draag rare t-shirts onder m’n pak. Gelukkig is persoonlijkheid tegenwoordig gewoon in 5-packs te bestellen, anders zou ik ook niet weten wat ik moest doen.)