Eiwitten, effectiviteit, en Europa

Deze week vergadert de landbouwcommissie van het Europees Parlement over het eiwittekort in Europa. Niet dat er Europeanen zijn die eiwit tekortkomen (tenzij ze min of meer vrijwillig op een derde-werelddieet zitten), maar als Europese Unie importeren wij een groot deel van de soja en het graan dat voornamelijk het diervoer in gaat.

Enig idee hoe groot dat deel is?

80%. Tachtig. Procent. halen we uit Azië, Afrika en Zuid-Amerika. Bijna uitsluitend uit landen waar de voedselvoorziening aan de eigen bevolking nog niet volledig op orde is. En als dat niet vervelend genoeg is, het betekent ook dat als daar iets mis gaat, of de prijzen blijven stijgen zoals ze nu doen, wij geen kant op kunnen want we hebben geen systemen om in ons eigen voedsel te voorzien. We hebben te weinig grond om iedereen te kunnen voeden.

O wacht! Dat hebben we wel. Het meest efficiënte vlees is kip uit de legbatterij (gelukkig verboden in Europa), waar je vier keer zoveel eiwit in moet stoppen als het uiteindelijk oplevert. Het minst is rundvlees, waar tien keer zoveel in moet als het “oplevert”. Dat wil zeggen, je kunt met een kilo plantaardig eiwit een biefstukje van 100 gram produceren, of twaalf Nederlandse pubers in groeistuip hun dagelijkse behoefte aan eiwit geven.

Als we vier dagen in de week overgaan op een plant-gebaseerde eetwijze hebben we in één klap geen importprobleem meer. Dan houd je woensdag gehaktdag en kun je in het weekend na het zuipen aan de shoarma. En je mist het echt niet als je tofugehakt door de spaghettisaus gooit, beloofd.

Leave a Reply