Troosteten
De afgelopen paar dagen had ik er nogal last van dat ik leuke hippe avontuurlijke beste vrienden heb. Die zijn namelijk zo avontuurlijk dat ze in verre landen bezig zijn en dus niet beschikbaar om mij, mij, mij (hoe draait een sopraan een lampje in? ze houdt het lampje vast en de wereld draait om haar…) uit m’n hoekje te pulken, thee te voeren, over m’n bol te aaien en een flinke schop onder m’n kont te geven. En ik was een beetje in een in-een-hoekje-kruip-bui.
Wat ik vroegâh deed tijdens in-een-hoekje-kruip-buien was heel veel stevige macaroni met kaassaus eten. Dat vind ik nu niet meer zo’n aantrekkelijk idee (goh!). Daarom was ik op zoek naar alternatieven.
Iets is voor mij troosteten als je het in de eerste plaats kunt eten met je handen of een lepel. Het laatste heeft de voorkeur, want dan heb je nog een hand vrij om melodramatisch mee te doen. Maar dan wel steviger dan soep: dat is hoogstens een troost-tussendoortje en daarnaast ook iets te makkelijk om bij het melodramatisch doen per ongeluk door de kamer te slingeren.
Dan is de vraag of ik zin heb in zoet: tarly met gekookte/gestoomde wortel en prei, rijst met doperwten of sperziebonen en satésaus, bietjes met bietjes en bietjes en banaan, of warme appelmoes (weet je hoe je appelmoes maakt? door een kilo aan stukjes goudreinet een half uur op te zetten in een bodempje appelsap. Deksel op de pan en vuur niet te hoog, dat is alles. Soms snap ik niet waarom ik nog andere dingen eet dan appelmoes.) Tarly is overigens een enorme aanrader voor iedereen die pasta lekkerder vindt dan rijst.
Of anders zout: rijst met champignons en ketjap, gebakken aardappeltjes met ketchup, pasta met ketchup, zaagsel met ketchup, hm, zou appelmoes combineren met ketchup?, een broodje falafel, een gigantische boterham met pindakaas, of curry.
Vandaag was een curry-dag. Gelukkig had ik wortels en broccoli in huis, al kan het als je niet van de authenticiteitspolitie bent met echt elke groente (en ik ben niet van de authenticiteitspolitie: de curry ging met een schep boonspruitjes in een pitabroodje. Hippe mensen noemen dat fusion, hier heet het “wat is er bijna over de datum?”). Morgen zal ik het recept netjes opschrijven, maar de basis is “haal een pot veganistische currypasta bij de toko, volg je instinct”.
Gevolg: de keuken wordt een wereldje apart, vol warme geur en beloftes, en de rest van het universum mag even z’n mond houden. En als je er dan nog een halve rode peper doorgooit ben je aan het einde van de rit ook nog eens een stuk minder verkouden. Troost.